Ik ben de hele week al gammel, hoofdpijn, keelpijn, koortsig in de middag, je kent het wel. Griep wil ik het niet noemen, het is meer een winterse gesteldheid die vraagt om rust voor het moede lichaam en een hete grog. Van lezen komt niets, schrijven gaat stroef, maar de imaginatie maakt overuren.
Terwijl ik zo in een stoel voor mij uit zit te kijken, krijg ik, zonder dat ik mij aan stimulerende middelen te buiten ga, kleine visioenen. Het is een vuurwerk van lichtpijlen, die voor mijn geestesoog opstijgen, openbarsten en dan in kleur en beeld iets vertellen over het thema waar ik nu al geruime tijd over aan het schrijven ben. Het is uitwaaierende energie, ontspruitend uit het niets, zich voortzettend in alle kleuren van de regenboog, ontbottend, zonder dat er een teruggebogenheid is in een vaste vorm, zonder dat iets zich sluit in de zekerheid van een definitieve grens. Het is zonder einde.
Ik zie het gebeuren. Ik hoef er niets voor te doen. Alleen maar zitten en kijken, dus dat komt goed uit.
Jammer dat ik niet kan tekenen. Ik moet het met woorden doen, maar Hanneke, mijn vrouw, ziet op haar manier ook wat ik zie en zij kan het wel in kleur en beeld weergeven.
Bij voorbeeld zo:
Gisterochtend aan het begin van de dag zei ze: ‘Er is iets heel goeds bezig.’ Ze boog zich voorover en maakte met haar handen van haar tenen uit naar haar hoofd korte golvende bewegingen, terwijl ze: ‘Ploep, ploep, ploep,’ zei. ‘Ik voel het in mij gebeuren. Ik zie de dingen zoals ze zijn en ik heb er geen mening meer over.’
Als ze zo spreekt, knik ik. Het blijft mij verbazen, die zekerheid over het onzekere. Ik zie dat ze het meent, even haar hoofd opheffend uit de eindeloze zee, mij aankijkend, spreekt ze haar waarheid. Ze weet niet meer hoe de broodrooster werkt en wie onze minister-president is, maar wat zij zegt is geen dwaasheid. In ruimte en tijd mag zij dwalen, maar het tijdeloze weten is sterker dan ooit. En misschien nog wel meer verbazingwekkend: er is, terwijl er bijna geen houvast is, toch heel weinig angst en onrust.
Zo zijn ook haar tekeningen. Daarin is nog sterker te zien dat zij niet streeft naar een definitieve vastlegging. Iedere keer weer zijn het directe manifestaties van ononderbroken geluk, van vloeibaar zijn. Er zijn wel gedachten, maar dat zijn tijdelijke opwellingen, een vuurpijl die ergens daarboven openbarst in een waaier van kleuren. Gedachten zijn voor haar speelgoed, geloofsovertuigingen zijn ballen waarmee je kunt kaatsen en die je wanneer je bent uitgespeeld ergens laat liggen. En dat terwijl ze haar linkerhand, waarmee ze schrijft en tekent, niet goed kan bewegen. Haar hand beeft en ze heeft maar twee vingers tot haar beschikking. Daarbij ziet zij ook nog eens bijna voortdurend dubbel. Het is behelpen.
Het is behelpen. Daar zijn we het over eens. De geest is goud en ziet goud, het denkraam is van lood en het oude lichaam loopt op krukken. Zo is er altijd wat, ook als je jong bent. Het enige waar het eigenlijk om gaat, ook daar zijn we het over eens, is dat je, hoe krakkemikkig en gestoord ook, doorgang verleent aan het goud, de fontein van leven, en je er niet te veel mee bemoeit.
Het is niet allemaal koek en ei: als we iemand tegenkomen die zij niet herkent en waarmee ik dan een praatje maak, is zij zeer verstoord, zij weet niet wie het is en vindt dat stom van zichzelf en vervolgens is zij ook nog eens jaloers, maar als ik er dan geen punt van maak en we weer verder lopen, is het ook meteen voorbij. En als ze haar kettinkje ergens heeft laten vallen of als ze haar agenda kwijt is, is dat de ramp van de eeuw, dan blijft ze zoeken, maar toch wordt zij ook dan niet uitsluitend gejaagd, ze wordt niet grimmig, er blijft humor, het zachte achter de dingen en achter het zoeken. En ik ben dan ook heel blij, én trots, als ik het verlorene weer voor haar vind en haar ogen zie oplichten.
Het is niet in of uit het paradijs. Er is niet een wentelend zwaard voor de ingang. Het is meer een duiventil dan een ommuurde tuin. We vliegen in en uit. Steeds weer terug naar de bron, waar de fontein ontspringt.
Zij laat mij haar tekeningen zien en ik praat haar bij over mijn kleine visioenen. Ik vertel dat ik tegenwoordig vaste overtuigingen en geloofssystemen kan zien als energetische patronen, een soort buizennetwerk, waarin de veelkleurige fontein van het leven wordt omgebogen en opgesloten in een circulerend stelsel dat terugvoert in zichzelf. Het doet er daarbij eigenlijk heel weinig toe wat iemand gelooft, of hij/zij christen is of boeddhist of socialist, of hij in een bepaalde God gelooft of juist in een Niet-God, of hij gelooft in een bepaalde vorm van leven na de dood of juist in een niets na de dood. Al die verschillende vaste overtuigingen lijken energetisch gezien heel veel op elkaar en ook de kleur is niet zo verschillend. Veel meer bepalend voor de vorm is de mate waarin de communicatie met de bron is verstoord en er voortdurend wordt geteerd op een inzicht van weleer, op wat je oude inspiratie zou kunnen noemen, oude geabstraheerde en gesystematiseerde beleving. Het is soms echt heel raar om te zien hoe een bepaalde vreugdevolle, zelfs extatische ervaring in de loop van het leven is omgevormd tot een absolute zekerheid, een al het andere buitensluitende buizenstelsel, waarbij er alleen nog maar contact mogelijk is met mede-gelovigen. Gestolde kunstwerken waarbinnen de levende ziel rondfladdert.
Ik vroeg haar of zij wilde proberen om ook eens dat soort gesloten systemen te tekenen, maar daar had zij geen zin in. Ja, waarom zou ze ook. Zij tekent liever dit:
Mijn lieve vrouw. Mijn lieve juf.
(wordt vervolgd)
“We vliegen in en uit. Steeds weer terug naar de bron, waar de fontein ontspringt”: prachtig Hans en Hanneke.
Het goud van de levende bron.
Ik hoop dat je gammele lijf en zere hoofd inmiddels wat tot rust gekomen zijn en dat je je fit genoeg voelt om te genieten van de kerstdagen.
Wat mooi, Hans!
Wat prachtig en weer zo precies beschreven Hans ” de fontein van het leven” en je zo beeldende kleurrijke tekeningen Hanneke : wauw!!! … zo mooi , aansprekend , zo jij, en zo passend bij het schrijven van Hans.
wat precies en prachtig verwoord…..de fontein van leven ..en je tekeningen lieve Hanneke. Wauw!!!! Prachtig en aansprekend en zo jij!! en ook zo passend bij het geschrevene van Hans. Dank
fantastisch, in woord en beeld en ook dat Hanneke geen zin heeft om het verstarde te tekenen! Yes Hanneke, dank, dat helpt, in alles je zelf blijven….
liefs, Mieke.
Prachtig,
Tekst en de omlijsting.
één groot schilderij
Hans, ik wil graag jouw weblog lezen gegroet,
Bertus
Een prachtige weerslag van een doorleefde schone trip. Wauw!
Ohhh zo mooi, zowel in taal als in tekening. Voelbaar vloeibaar. Liefs Martje
“Ik vertel dat ik tegenwoordig vaste overtuigingen en geloofssystemen kan zien als energetische patronen, een soort buizennetwerk, waarin de veelkleurige fontein van het leven wordt omgebogen en opgesloten in een circulerend stelsel dat terugvoert in zichzelf. ”
Enorm goed gevonden en fantastisch geformuleerd!
Dank.
Lieve HANS,
Net als Johanna viel mij de zin van de duiventil en het in en uitvliegen, steeds weer terug naar de bron waar de fontein ontspringt, het meeste op. Dat thema dient zich de laatste tijd op allerlei manieren aan in mijn leven. Dank je wel en beterschap.
En Hanneke ook bedankt voor de mooie en lieve en toepasselijke tekening.
Je bent nog steeds een bron waar de fontein ontspringt.
Liefs Marian
Beterschap
“Het enige waar het eigenlijk om gaat, ook daar zijn we het over eens, is dat je, hoe krakkemikkig en gestoord ook, doorgang verleent aan het goud, de fontein van leven, en je er niet te veel mee bemoeit.”
Mooi om te zien en te lezen hoe jullie dat samen doen: de fontein zichtbaar maken in woorden en beelden.
Beterschap!
Wat geniet ik van die tekeningen, opwellend uit de bron.
‘Het is niet in of uit het paradijs. Er is niet een wentelend zwaard voor de ingang. Het is meer een duiventil dan een ommuurde tuin. We vliegen in en uit. Steeds weer terug naar de bron, waar de fontein ontspringt.’
Wat een mooie precieze tekeningen. Zucht, prachtig!
Iemand zei eens (was jij dat misschien Hans?): ‘Een dogma is een versteende religieuze ervaring.’
Beterschap, Hans, en wat een lief verhaal!