Nog even over vooroordelen.
Vooroordelen zijn, zoals ik het zie, emotionele generalisaties die zich op een bepaald moment, vaak in de jeugd, onder de huid van het bewustzijn hebben vastgezet en vervolgens niet meer worden getoetst aan de actuele werkelijkheid. Juist omdat ze rationeel gezien geen been hebben om op te staan, trachten ze zich overeind te houden met pseudo-rationele rechtvaardigingen, de zogenaamde rationalisaties. Deze rationalisaties lijken verklaringen te bieden, maar zijn eigenlijk verdedigingslinies en geven niet de mogelijkheid tot een open gesprek.
Vooroordelen zijn hardnekkig. Ze zitten diep, zijn meestal vroeg in het leven ontstaan en lijken daardoor onlosmakelijk deel uit te maken van wat men als het hoogsteigene, de identiteit, beschouwt. ‘Neem mij mijn opvattingen af en je berooft mij van mijzelf! Wat blijft er dan nog van mij over?!’
Vooroordelen zijn bovendien hardnekkig doordat ze in grote mate bepalen tot welke sociale groep men behoort en door welke (politieke, religieuze, culturele) sociale groep men wordt geaccepteerd en gesteund. Anders gezegd: vooroordelen zijn het bindmiddel van de kudde. Wie een vooroordeel verliest, verliest bijna altijd ook de mensen met wie hij door deze vooroordelen was verbonden en het is goed mogelijk dat hij daardoor in de problemen komt. De kans is groot dat hij zijn positie in de groep verliest of uit de groep wordt gezet, zonder dat hij meteen kan toetreden tot een andere groep. Allemaal nogal beangstigend voor het sociale dier dat de mens is.
Om toch tot een open gesprek te kunnen komen, is het nodig door te dringen tot voorbij de rationalisaties en de andere vormen van bewijsvorming en toegang te vinden tot wat ik noem ‘de kapstokken’ waaraan de vooroordelen zijn opgehangen. Het kan met andere woorden helpen te onderzoeken welke reële gebeurtenissen, welke personen, welke ervaringen materiaal hebben aangeleverd dat als kiemstof heeft gewerkt voor de psychische gezwelvorming van het vooroordeel.
Een dergelijk onderzoek kan natuurlijk pas plaatsvinden wanneer er al een openingetje is, hoe piepklein ook. Twijfel is het begin van genezing. Vaak komt die opening er doordat men in direct contact komt met iemand van de verguisde groep en doordat die persoon niet aan het vooroordeel beantwoordt. De opening kan ook meer van binnenuit plaatsvinden, bijvoorbeeld door een droom, een plotseling besef of een liefdeservaring. Het vreugdevuur van de liefde is bij uitstek geschikt om oude troep in te verbranden.
*
Nu ga ik verder met mijn onderzoek naar mijn vooroordelen betreffende het katholicisme en meer in het bijzonder betreffende de superioriteit van het protestantisme.
Deze vooroordelen wortelen zonder enige twijfel in mijn jeugd. Daar staan de kapstokken. Ik zie de gezichten van mijn vader, van mijn grootmoeder van vaders kant, van de leerkrachten van mijn lagere school op protestants-christelijke grondslag, en ik zie er de stapels jongensboeken die ik tussen mijn 5e en 12e las, vooral de boeken over de 80 jarige oorlog. Ik herinner mij de verhalen over de schandalige praktijken van de pauzen, over Johannes Hus en andere martelaars die gemarteld werden en op de brandstapel kwamen, maar niet zwichtten en trouw aan hun geloof de dood in gingen (waar hen het hemels paradijs wachtte), ik herinner mij dat de katholieken dachten dat ze zich via aflaten van hun zonden konden bevrijden en ook nog eens via de biecht en vooral herinner ik mij dat hun kerken vol stonden met beelden, van Maria en Jezus en de discipelen en zelfs van God, en dat dat een gruwel was, omdat de mens zich niet voor beelden mag buigen. En ik herinner mij hoe bevrijdend toen de beeldenstorm was, toen al die beelden, al dat goud, al dat machtsvertoon in één revolutionaire golf (van protestanten) werd kapot geslagen. Eindelijk kwam er lucht! Eindelijk kwam er zuiverheid! Eindelijk mochten de mensen zelf de Bijbel lezen en zelf nadenken! En toen werden ook nog eens de Spanjaarden, de wrede wereldlijke machthebbers uit Nederland verdreven (net zoals dat met de Duitsers was gebeurd, en de katholieken, zei mijn vader, en zei ook de meester, hadden de Duitsers gesteund bij hun goddeloze strijd, er zaten bijna geen katholieken in het verzet en de paus had zich nooit echt uitgesproken tegen Hitler). Alva was natuurlijk katholiek, zoals ook Philips de Tweede katholiek was. Maar onze Willem van Oranje, die door de katholieke Balthasar Gerards werd vermoord, was protestant. Hij bracht vrijheid en na hem kwam de Gouden Eeuw.
Ziehier een paar kapstokken. Irrationeel, nietwaar? Driftig, gelijkhebberig, eenzijdig. Maar toch ook heel begrijpelijk dat ik hiervoor ontvankelijk was, want al dit materiaal werd aangedragen door het bevoegde gezag dat ik liefhad en vreesde. Daar kwam bij dat de feiten voor het merendeel klopten.
Als het lukt morgen verder.
Wat een rijkdom, Hans. Het is haast niet bij te benen, maar laat dat je niet weerhouden.
Toen jij bovenstaande schreef, las ik net deze zin:
“Woorden met de intentie je ergens van te overtuigen doen hun verborgen werking in je, ongemerkt rukken ze de tere stekjes weg die in jouw verborgen tuin zijn ontloken.” (Van: Aharon Appelfeld, “De man die niet ophield met slapen”.
Niet precies vooroordelen, maar zijn dat niet eigenlijk ook woorden die we tegen elkaar zeggen en die dienen ons er voortdurend van te overtuigen dat er aan die andere groep iets niet deugt, iets onwelriekende is, of wat ook, terwijl wij aan de goede zijde staan?
Er gaat een hoop verloren door vooroordelen!
Jurjen