Ik schreef hier een tijdje geleden over het eerste contact dat ik als jonge man had met mijn geestelijke vroedvrouw Margaretha Hofmans. Het contact bestond uit een briefje dat ik via de post van haar ontving. Een strookje papier met drie regels in haar kriebelige schrift en drie regels in stencil. Geschreven stond er: ‘Hans, Wees maar gerust hoor. Je krijgt Hulp hoor omdat je zó dapper strijd. Wacht het maar in vertrouwen voor je af. De Hulp geschiedt langs geestelijke weg’. Daaronder stond gestencild: ‘De toegediende Hulp zal zich na bovenstaande datum 3 weken voortzetten. Neem daarna weer schriftelijk contact op. Met vr.gr. Hoogachtend’, en dan haar handtekening.
Dat was dat. Ik was hevig teleurgesteld. Ik had gehoopt op een uitgebreid en respectvol antwoord, op erkenning van mijn bijzondere spirituele gaven, een persoonlijke uitnodiging gevolgd door een ontvangst in een donkere ruimte met veel kaarsen en wijze gezichten. Niets van dat alles, alleen zo’n lullig gestencild briefje. Ik legde het briefje naast me neer en opeens barstte ik in snikken uit, onbedaarlijk. Toen werd ik blij, heel erg blij, alsof er een zon in me begon te schijnen. Vanaf dat moment is mijn leven veranderd. Er opende zich een weg.
Ik schreef: alsof er een zon in mij begon te schijnen, en zo was het precies. De zon kwam op uit de diepte van mijn verdriet, rees daar bovenuit en werd van het ene op het andere moment een stralend punt van licht boven de donkere golven van de emoties.
Het was een verschuiving van centrum, zeg ik nu. De problemen waren niet weggenomen, maar mijn middelpunt lag niet meer in de problemen. Er was een ander perspectief en vanuit dat andere perspectief begon ik hetgeen mij beknelde anders te zien.
Een ander perspectief. Dat is wat de leraar geeft. Het is niet een nieuwe bril. Het is ook niet het persoonlijk zicht van de leraar. Het zijn de eigen ogen die zich openen. Het zicht is er al, het is alleen verduisterd door een vlies van zich herhalende gedachten en emoties. Als het vlies zijn middelpuntige positie verliest, wordt het doorzichtig en komt gaandeweg aan het licht dat het vlies zelf het voornaamste probleem is.
Nu lees ik deze week bij Longchenpa: De zegen van de Leraar die ons hart binnenkomt is als de zonsopkomst in een onbewolkte hemel. Zodra door de machtige onmiddellijke relatie het licht opgaat, wordt de existentiële werkelijkheid die nu is onthuld.
Wat is dat goed gezegd! De zegen van de Leraar die ons hart binnenkomt. Hij schreef dat meer dan 600 jaar geleden. Als de zon die opkomt in een onbewolkte hemel. Er is veel veranderd, er zijn veel ontdekkingen gedaan, maar aan de zoektocht van de mens naar liefde en eenheid is niets veranderd. De weg, de struikelblokken en hindernissen zijn hetzelfde, en ook nu is daar de Hulp die tegemoetkomt en aanspreekt voorbij alle egocentrisme en waan. Wanneer door de machtige onmiddellijke relatie het licht opgaat, wordt de existentiële werkelijkheid die nu is onthuld.
Dit is mijn werkelijkheid. De pure schoonheid die vanzelf is. De eenheid waarin dit alles is opgenomen. De helderheid van ongebroken zijn. Vervuld van blijdschap en tederheid. In een voortdurend spel van ervaring.
Het is gegeven en ontvangen.
Dank u, mijn leraar, dank jullie, mijn leraren.
Hoort zegt het voort.
(wordt vervolgd)
Zo zacht en teer.
Ik word er warm van.
Dank je wel.
En wat een mooie tekening van Hanneke
MOOI !!!