De zoete drank en de groene sliertjes

Hanneke wordt wakker. Het is zondag. Ze kijkt opzij en zegt: ‘Mag ik naast je komen liggen?’ Ze vraagt om toestemming, want ik heb de sleutel van de hemelpoort. Ik zeg: ‘Ja hoor, kom maar.’ Terwijl ik het zeg, weet ik al dat het niet zal gebeuren, want zo gaat het de laatste tijd – ze vergeet zo snel. Ze zegt: ‘Oh, fijn!’ en blijft inderdaad liggen zoals ze lag. We zijn nu in een volgend moment, ik in ieder geval, maar haar moment is niet een volgend moment, haar moment is nu, en het is goed zo.

Even later zegt ze: ‘Ik geloof dat het vandaag morgen is.’ Ze zegt het voor zich uit, meer voor zichzelf dan voor mij. Ik beaam het met een knorrend geluidje.
Vooral de onbevangenheid die spreekt uit dit korte credo vind ik vertederend. Ze schaamt zich niet voor haar onwetendheid. Hoe zat het ook alweer? Kwam gisteren nou voor morgen of na morgen?
Ik denk: wat is tijd toch een moeilijk begrip als je ondergedompeld bent in het nu. Ik zie opeens zo’n zoet Indonesisch drankje voor mij, Tjendol, waar groene sliertjes doorheen zweven, en ik vertaal dit beeld voor mijzelf: in de zoete eeuwigheid zweven flarden van aangeleerde tijd voorbij, gisteren, morgen, vandaag, de net iets hardere stukjes.
Es Tjendol, dat dronk ik vaak, gisteren, toen vandaag mijn jeugd was.

Even later lopen we naar de overkant, naar mijn werkkamer. Het is meimarkt en een dikke oudere Marokkaanse vrouw loopt met haar man voor ons uit. Hanneke wijst naar de vrouw. ‘Kijk,’ zegt ze, ‘zo loopt zij.’ Ze laat zien hoe de vrouw loopt en overdrijft dat flink. Als een dronken zeeman waggelt ze naast mij. Een kind dat een kind nadoet. Ze voegt eraan toe: ‘Dat doet ze altijd zo,’ alsof ze die vrouw al jaren kent. Ik denk even dat zij met ‘altijd’ ook werkelijk altijd bedoelt, mijn altijd, alsof ze die vrouw al veel vaker heeft gezien, maar Hanneke’s altijd is niet een lange tijdslijn, het is nu en dat is er immers altijd. Mmm, die groene stukjes zijn altijd zo lekker!

Zij wordt dadelijk opgehaald door een vriendin, die haar meeneemt naar Friesland en misschien pas over 9 uur terugbrengt. Een voor mij ongekend lange periode. Ik vind het heerlijk, want het vraagt veel om voortdurend dienstbaar te zijn aan haar beleving en haar behoeften. Ik heb nu een zee van tijd. Zoals zij het verwoordde en deze chroniqueur het getrouw noteerde: ‘Al die dingen die kunnen, kunnen ook nog eens een keertje allemaal.’
Daarmee is het wel even gezegd.

(wordt vervolgd)

Geplaatst in Hans' weblog
4 comments on “De zoete drank en de groene sliertjes
  1. Peter de Leeuw schreef:

    Wat zou ik graag met je ruilen. Al was het maar voor één dag.

    • Hans Korteweg schreef:

      Ja, dat lijkt zo, Peter. Een kwestie van gezichtspunt. Zoals ik graag, al was het maar voor één dag, met jou zou ruilen om even, nou ja, 24 uur, voor mij een eeuwigheid, geen verantwoordelijkheid te hebben voor een ander. Ook dat lijkt zo. Laten we dus maar niet proberen te ruilen.

  2. mik schreef:

    Zo fijn Hanneke weer eens te zien.

  3. Do schreef:

    Daar lag je dan met je liefdevolle armen wijd , bereid haar te ontvangen.
    Van jou mag ze komen, twee armen als een hemelpoort open. Ze komt en gaat. Vergeet te gaan liggen. Een innig vergeten. Hoe zij een Licht levende geliefde is geworden.
    Met respect lees ik jouw zachte pen Hans. Dank voor het inkijkje dat je geeft, in jouw dagen, jouw nachten. Hoe je het hele emotionele spectrum van liefde leeft en aan papier en ons toevertrouwt.
    Dat je je vrijelijk op zal laden. Negen uur lang. Ruimte. Rust. Geen appel op jou. Behalve deze: dat je je lieve zelf blijft. Naaste naaste pur sang. Altijd, immer, steeds weer. Lieve groet, Do.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*