Ik kom aan bij Hanneke. Ik loop naar haar bungalow (zo heten de afdelingen) en hoor haar dan ergens achter mij zingen. Het klinkt door de gang. Ik loop terug, sla de hoek om en daar zit ze op een stoel naast de deur van een andere bungalow. Ik zeg: ‘Dag lieverd.’ Ze kijkt mij aan en blijft zingen, luid en staccato. Mijn naam kent ze niet meer, ze spreekt hem in ieder geval niet meer uit, maar ze gaat wel luider zingen – het is een soort begroeting.
Jaren voordat ze alzheimer kreeg zei ze weleens dat ze hoopte dat ze in een volgend leven, als er zoiets bestond, zangeres zou worden. Nog liever dan psychotherapeut was ze in dit leven al zangeres geworden. Liever dan een ander te helpen om zich te uiten, stond ze op een toneel en zong ze, gaf ze zichzelf met haar stem.
Het was haar geheime wens, maar haar talent was niet groot genoeg en ze had een ander talent, dat zij zoals ze wist niet mocht begraven. We moesten erom lachen, ze was zo gelukkig in haar werk, en toch was er die onvervulde wens, waaromheen zij een volgend leven fantaseerde.
Weet wel wat je wenst, want nu loopt ze naast mij uit volle borst te zingen. Ze ligt, ze zit, ze loopt, ze zingt. Dit is haar volgende leven.
De kansen die alzheimer biedt. Het verleden is gewist. Het oude bestaan is voorbij. Je bent het rotsachtig pad gegaan waar alles is weggeslepen, het nieuwe lege landschap in, en nu ben je aan het zingen, onbelemmerd aan het zingen.
Ik vind het mooi, ik houd ervan als ze zingt, maar haar medebewoners en de verzorgenden zijn er niet altijd even blij mee – vooral niet midden in de nacht.
Het is een ander leven. Een nieuwe incarnatie. Ze houdt ook van heel ander eten dan in haar vorige leven. Andere kleren, andere contacten, andere slaapgewoontes. En ja, dat hoort er ook bij: een andere man. Ik weet niet hoe ver het gaat, ik kan het niet met woorden checken, maar het is duidelijk dat zij en die andere man daar bij haar op de afdeling iets met elkaar hebben, iets dat zij en ik niet met elkaar hebben.
Een dag later. There goes my baby. Ze loopt hand in hand met die andere man, een oude medebewoner met wit haar, altijd gekleed in een pak met een das, een beetje mijn stijl, maar toch weer anders.
Ze weten niet dat ik er ben. Ik loop achter hen aan. Ze komen langs de deur van een andere bungalow. Hij zegt: ‘Sssst,’ en ze gaat inderdaad wat zachter zingen. Ik loop hen voorbij, een stukje, keer mij dan om en loop hen tegemoet.
Ik groet hen met een buiging en een zwierig handgebaar, alsof ik hen voor het eerst zie. Het is een spel. Hij glimlacht naar mij. Ik zeg: ‘Mag ik erbij?’ Dat mag kennelijk, ze schuiven wat op. Ik ga aan de andere kant van Hanneke lopen, ook hand in hand. We vullen met z’n 3en de breedte van de gang. Zo lopen we een tijdje. Hanneke zingt, krachtig en ritmisch. Ik maak mij los en dans voor hen uit in het ritme. Ik kijk om. We lachen.
We zijn kindjes, nog steeds, altijd weer. Wat is het toch wonderlijk dat dit alles kan.
Er wordt goed voor Hanneke gezorgd. Ik zie het. Ze is niet makkelijk, maakt veel lawaai, schreeuwt het uit, heeft sinds een week een slaapkamer buiten de unit, omdat ze ’s nachts de medebewoners wakker hield. Maar het is duidelijk: ze begint weer te leven.
De eerste weken lag ze hele dagen in bed. We zagen haar al heengaan, ze werd magerder en magerder, maar nu komt ze terug, met de lente mee.
Wat wordt er goed voor haar gezorgd. Ik ben onder de indruk van de toewijding, het geduld en de zorgzame aandacht.
Ook ik ben aan het terugkomen. De vermoeidheid is geweken. Ik ruik de lente. Ik ga naar buiten. Voor mij is het ook een volgend leven.
Verleden week naar de uitvaart van een vriendin. Dat had een half jaar geleden veel voorbereiding gevraagd, en het was nu gewoon mogelijk, ik kon erbij zijn en ik kon zelfs spreken, vanuit mijn hart, zonder te vloeibaar te worden.
Een paar dagen later ging ik naar de boekpresentatie van mijn vriend Roel in Amsterdam. Tussen de mensen, dat is lang geleden!, het liep uit, maar ik hoefde niet weg, we konden zelfs blijven eten, ik en mijn vriendin, Inge, met wie ik heen en terug reed. Wat een rijkdom!
En het gaat nog verder: ik geef retraites aan grote groepen en ik ga ook weer lezingen geven. Om te beginnen over een kleine twee weken in Zen Centrum Amsterdam. Weer een maand later draag ik mijn steentje bij aan de InZicht Event in de Vondelkerk in Amsterdam. (Zie de Agenda in de bruine balk bovenaan de pagina of klik op deze links: Zen Centrum Amsterdam en InZicht Event).
Ik had het een paar maanden geleden niet kunnen bedenken. Het zijn uitjes. Ik kijk als een kind om mij heen.
Wat een prachtig bericht. Zó liefdevol en raak en wijs en indrukwekkend ♥️
Diepe buiging ♂️
Wat mooi en beschreven. Zo ontroerend en begripvol. Zij is gezegend met zo’n man.
Wat ontroerend mooi te lezen. Moet er een traantje van wegpinken. Zo samen, zo alleen. Niet eenzaam. Prachtig. Dankjewel, Hans.
Ik lees zo graag je stukken, reageer echter nooit. Dank dat ik mag meekijken en mag meegenieten van je taal. Ik werk met dementerenden en het is dan ook fijn om deze kant te lezen. Liefs Hester
Liefde, rondom liefde.
Zo simpel, maar waar: waar de ene deur zich sluit opent zich een nieuwe. – met liefde –
Wat ONTZETTEND FIJN Hans om te lezen dat het jullie zo goed gaat, dat er op alle fronten ontspanning is! Ben blij voor jullie!!
Het eerste groen komt al boven de aarde uit – wat een veerkracht en snel herstel – ik hoop dat dit zo doorzet – wat de aantocht van de lente al niet doet:)
♥️
Mooi en weer zo mooi en helder beschreven. Licht en humor. There goes my baby. Geniet ervan, Hans.
Wat een bijzonder mooie wending in jullie leven
Heel bijzondere ontwikkeling
En prachtige om te zien hoe je er mee omgaat
Wat heerlijk Hans! Wat een blijdschap!
Wat is dit een heerlijke ontwikkeling Hans. Hanneke gaat een ongedacht nieuw pad en je kunt nu zelf ook weer nieuwe wegen in slaan. Je vriendin Inge schatte ik enige tijd geleden in een weblog al in in een tussenzinnetje en ik vind het geweldig.
Niets in de hele situatie doet iets aan al het andere af, het verrijkt alles.
Hoe noemde Longchempa het ook alweer? Ornamenten aan het werkelijkheidsbesef geloof ik, maar ik heb het Juwelenschip hier in mijn paradijsje (mijn schilderatelier) niet bij de hand. Maakt niet uit. Ik zie glinsterende nieuwe ornamenten, juwelen en het maakt me heel blij.
De lente komt eraan. Geniet en blijf alsjeblieft schrijven!
Een hartegroet, Petra
Prachtig, jullie beiden hebben een nieuw leven maar het oude leven voltrekt zich tegelijkertijd.
In gedachten zie ik jullie lopen in die gang met zijn drietjes hand in hand.
Ik vind het mooi hoe je ook dit deel van het leven leeft zoals het zich voordoet en ook weer grapjes maakt!
Wat een bevrijdende wending!
Theo
wat heerlijk, in-spiratie, getijden ademen, in-uit.
heerlijk wonderbaarlijk!
Heel blij en gelukkig ben ik om dit te lezen lieve Hans, dank daarvoor.