Fasen op de weg (7) (Barricades op de weg)

Voortdurend zelfonderzoek
Deze methode (die hier in een notendop wordt weergegeven en die qua werkwijze veel meer dynamisch en energetisch is dan uit mijn beschrijving blijkt) heb ik vier jaar lang intensief en nog een jaar of vijf op een lager pitje gevolgd. Als ik intensief zeg, bedoel ik heel intensief. Het was een spannende, turbulente periode. Een periode van voortdurend zelfonderzoek, van contact met een groot aantal medezoekers, van iedere twee weken een hele dag samenkomen, iedere twee weken een individuele sessie krijgen en vele, vele sessies geven, drie jaar achter elkaar een marathontraining van een maand  in de USA, sessies met de kinderen, vergaderingen, wekelijkse bijeenkomsten, talloze groepen met de Amerikaanse helpers en zelf lesgeven in de opleidingsgroepen van Het Pad.
In de kookpot dus. Ieder probleem, ieder conflict werd uitgewerkt. Ik kreeg eelt op mijn handen van het slaan met de mattenklopper en het tennisracket. Ik werkte aan mijn vader, mijn moeder, mijn broer, mijn seksuele leven, mijn financiële situatie, mijn vrouw, mijn kinderen en alle facetten van mijn karakterstructuur. Met mijn hele hebben en houwen ging ik door de transformatiemolen. En er werd ook inderdaad heel veel omgezet. Ik heb in die jaren heel veel geleerd en heel veel doorgewerkt. Ere wie ere toekomt.
Toch bracht dit intensieve werk mij niet tot verlichting – zelfs niet tot de drempel daarvan. Er kwam geen vrede, geen helderheid, geen ononderbroken stromend zijn. Ik bleef mijzelf en mijn wereld bezien met vergelijkende ogen. Dat taaie vlies werd ook met behulp van deze methode niet doorbroken.
Dat kwam niet alleen door de methode als zodanig. Het kwam ook door Het Pad, de groepering die deze methode toepaste. Het oog kan zichzelf niet aanzien en de hand kan niet een pleister op zichzelf plakken. Dat gaat op in het klein, voor een individu, en het gaat evenzeer op in het groot, voor collectiviteiten en groeperingen. Groeperingen zijn zich, net zoals de individuen die er deel van uitmaken, meestal niet bewust van de zekerheden die zij in stand willen houden en de onuitgesproken codes waardoor zij worden bepaald. Achter alle goede bedoelingen blijven deze al te vaak sturend werkzaam en verhinderen een verdere vrije ontwikkeling. Dat bleek ook het geval te zijn bij Het Pad.
Het Pad, zoals ik het leerde kennen, was een krachtige beweging waar het bruiste van de creativiteit en waar de heilige huisjes van het ‘ik’ werden omvergehaald. Het was een spiritueel psychologische leerschool met soms briljante leraren, waar abstract onderricht ook meteen persoonlijk onderricht was. Pas na een tijdje begon ik te zien dat er achter de schermen ook andere mechanismen werkzaam waren, waardoor Het Pad toch een ouderwetse sektarische beweging bleef. Daarvan wil ik er hier twee noemen, de twee eMMen die zo kenmerkend zijn voor alle sektarische groeperingen, namelijk moraal en macht.
Ik ga hier tamelijk uitvoerig op in, niet omdat ik Het Pad zelf zo belangrijk vind (ik weet niet eens of Het Pad nog als beweging of leerschool bestaat), maar omdat ik dankzij de invulling die Het Pad indertijd gaf aan het Pad van Transformatie ben gaan beseffen wat de mogelijkheden en onmogelijkheden waren van het Pad van Transformatie.
Zelf-reflecterende denken
Het Pad was gebaseerd op de lezingen van Eva Broch, die zij uitsprak namens een entiteit die The Guide (De Gids) werd genoemd. Soms kijk ik zo’n lezing nog weleens in. Dan bevangt mij een lichte onpasselijkheid. ‘Oh hemeltje,’denk ik, ‘daar begint het weer, die brei van woorden, die Amerikaanse spirituele taal en die betweterige saaiheid, allemaal zo logisch, maar ook allemaal zo doods, zonder humor, zonder poëzie. Hoe heb ik dat ooit zo serieus kunnen nemen?!’
Want dat heb ik gedaan. Ik heb het serieus genomen. Serieuzer dan serieus. Alsof mijn leven er van af hing. Dat is geen beeldspraak. Zo zag ik het echt. Mijn leven hing er van af. Vier, vijf jaar lang. Terwijl ik sommige van deze lezingen nu wel psychologisch gezien interessant vind, maar in geestelijk opzicht absoluut oninteressant. Sterker nog: ik zie deze lezingen nu als de gedreven overwegingen van een zoekende ziel die verdwaald is in het zelf-reflecterende denken van een dualistische psychologie. Absoluut niet iemand waarvan ik wil leren hoe te leven. Geen wijs iemand, maar een puritein die spreekt over bliss, een moralist die zegt dat je beter niet kunt moraliseren, de wijsvinger altijd enigszins geheven. Wat mij betreft in geestelijke zin geen gids, maar een dwaallicht.
Dat klinkt nogal cru, dat besef ik, maar ik zeg het niet om te kwetsen. Ik zie het zo en mijn leraar indertijd – de man die sinds mijn 23e jaar mijn geestelijke leraar was – zag het meteen zo en hij waarschuwde mij zelfs. Ik had hem in de eerste opwinding, toen ik net had kennisgemaakt met Het Pad, een stuk of vier lezingen gestuurd met daarbij een brief dat deze lezingen hem misschien wel net zozeer zouden aanspreken als mij. Dat deden ze niet, bleek toen ik van hem vernam dat hij mijn pakket had ontvangen maar dat hij (ik citeer letterlijk) ‘geen heil zag in psychische vivisectie’.
Ik sloeg geen acht op zijn woorden, maar zij bleven mij wel bij. Ik ging de spirituele puberteit in en probeerde mij van hem los te maken. Ik duidde zijn commentaar, volgens de Padmethode die ik mij al had eigen gemaakt, door hem negatieve drijfveren toe te kennen en ik zag niet dat hij in een paar woorden had aangegeven waarom deze lezingen op een doodlopende weg leidden. Later, zo gaat dat, kwamen zijn woorden terug, met grote kracht, en dacht ik: ‘Hoe heb ik daar aan voorbij kunnen gaan?!’ Inderdaad, hoe kan er iets wezenlijk goeds voortkomen uit de psyche die de psyche analyseert; deze zelfbeschouwing en zelfbehandeling brengt geen verlossing maar stapelt karma op karma.
Macht
Het Pad was een machtsstructuur, strikt hiërarchisch georganiseerd. Er waren in Nederland rond de 100 en in de USA een kleine 1000 deelnemers. De top van de piramide werd gevormd door The Guide, de entiteit waarvan de boodschap werd doorgegeven door EvaBroch, die in deze fysieke wereld het hoogst stond in de hiërarchie. Dan kwamen de Amerikaanse helpers van het eerste uur en het aanstormende talent van de veelbelovende Amerikaanse junior-helpers, en pas dan kwam de top van het Nederlandse Pad, waartoe ik ook behoorde. In deze machtsstructuur was er voortdurend sprake van competitie.
De plaats in de hiërarchie was niet alleen belangrijk vanwege het aanzien en de privileges die je genoot, maar bepaalde ook of jij bij een conflict of een verschil van mening de ander kon laten werken aan zijn of haar negativiteit (het zogeheten Lager Zelf) of dat jij zelf daaraan moest werken. Het werd nooit apart gezegd, maar het was een ervaringsfeit: wie hoger stond in de rangorde liet degenen die lager stonden werken (aan zichzelf). Het persoonlijk werk was een machtsmiddel. Een echte openlijke discussie was bijna niet mogelijk, zeker niet met de Amerikaanse helpers en al helemaal niet in het openbaar. Kritiek leidde nagenoeg nooit tot een gesprek en bijna altijd tot persoonlijk werk.
Als je op iets kritiek had of een mening had die afweek van de gevestigde mening, moest je zeer sterk in je schoenen staan. Want voordat je het wist ging het niet meer over de inhoud van je kritiek of je mening, maar over ‘iets in je energie’ of over de toon waarop je het had gezegd of over een gebeurtenis van dagen, ja zelfs van maanden tevoren die iemand uit de groep zich herinnerde en naar voren bracht, en dan kreeg je daarop een confrontatie.
Meestal leidde zo’n confrontatie er binnen korte tijd toe dat je met een slagwerktuig in je hand je Lager Zelf inging en dat toonde aan de anderen. Het plezier in de negativiteit werd ont-dekt en onthuld aan de groepsgenoten. Het einde van het verhaal was dan meestal dat er een emotionele uitbarsting en een emotionele verbroedering/verzustering volgde. Daarbij kwam het inzicht in de beperktheid van het eigen kleine ‘ik’ en de isolatie die daaraan eigen was. Vanuit de groep volgde hierop waardering; er werd gezegd dat je moedig was en zuiver en dat je een prachtig Hoger Zelf had – alsof een Hoger Zelf ook weleens niet prachtig kon zijn – en dan werd daarmee over het algemeen de zaak als afgedaan beschouwd.
Er werd steeds weer op de man gespeeld en zo bleven fundamentele conflicten onopgelost. Sommige mensen werden er helemaal gek van dat zij steeds weer als zij een afwijkende mening wilden verkondigen binnen de kortste keren aan zichzelf moesten werken. Zij kwamen er niet doorheen. Ikzelf had het daar minder moeilijk mee. Ik heb mij vaak afgevraagd hoe het kwam dat ik zo vrijuit kon spreken en zo zelden de verantwoorde spitsroeden moest lopen. Ik denk dat dat kwam doordat ik ook werkelijk een autoriteit was, niet alleen qua positie, maar van binnen uit, en omdat ik in het algemeen positief opbouwend was gericht. Daar kwam bij dat ik als een echte strateeg al heel snel doorkreeg hoe het ritueel van Het Pad werkte en ik de Padtaal vloeiend leerde spreken.
De grootste waarde
Als ik de balans opmaak zeg ik nu dat Het Pad mij vooral veel goeds heeft gebracht toen ik er afscheid van had genomen. Ik kijk om het precies te zeggen op mijn Pad-periode terug als op een bijzonder nuttige ziekte. Een ziekte die als een katalysator heeft gewerkt en waardoor allerlei waanzin, vooral de waanzin van de zelfreflectie die in mij sluimerde, in een rap tempo vorm aannam en werkelijkheid werd. Ik ging er helemaal in op en daardoor kon ik toen de ziekte afnam niet meer ontkennen dat deze waanzin in mij leefde en kon ik er niet klakkeloos meer in wegglijden.
Ik heb gezien hoe ver ik kon gaan in mijn waanzin en welke vorm mijn waanzin aannam. Ik heb gezien dat het een zwakte (anders gezegd: een falingsneiging) was van mij en dat het tegelijkertijd een modieuze falingsneiging is van veel mensen in deze tijd. En ik heb besloten om dat niet meer te doen, niet als een wilsbesluit van boven af, maar uit liefde. Uit liefde voor het meest natuurlijke. Het Pad heeft mij een spiegel voorgehouden. In die spiegel heb ik het ‘ik’ gezien in al zijn gezwollenheid en ik heb beseft dat al dat streven alleen maar tot grotere gezwollenheid leidt. Dat bleek uiteindelijk voor mij de grootste waarde van Het Pad te zijn. Daardoor kon mijn eigenlijke werk beginnen.
Climax van het dualisme
Mijn grootste bezwaar tegen het Pad van Transformatie (ik heb het nu niet meer over de groepering Het Pad, maar over Het Pad van Transformatie als zodanig)  is dat het een dualistische methode is die het dualisme in stand houdt. Dat is natuurlijk ook van toepassing op de paden die ik hiervoor heb beschreven, maar op het Pad van Transformatie komt het dualisme (van het zichzelf beschouwende werken aan zichzelf, zodat er in de toekomst eenheid zal komen) tot een climax.
Het werd mij in ieder geval duidelijk dat deze krachtige en veelzijdige methode op zich tot niets leidt. Als er niet eenvoudig, helder, liefdevol besef is, is al dat werken aan jezelf niets anders dan het eisen van verlossing, terwijl juist dit eisen de verlossing onmogelijk maakt.
(slot volgt)
Geplaatst in Hans' weblog

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*