Ik wist het wel, maar ik geloofde het niet, want ik voelde het niet – het was alleen een weten van het hoofd. Maar nu is mij een licht opgegaan.
Ik word ’s ochtends wakker, sta op, schuif de gordijnen opzij, kijk naar buiten en zie: het wordt lente.
Het is heus waar. Ik heb mijn hand mogen leggen in de wond en beleefd, fysiek beleefd, dat de redding dichterbij dan nabij, want hier is.
Nu is mijn geloof sterker dan mijn weten. Ik buig mijn hoofd voor het wonder. Het wordt lente.
*
Ik heb lange tijd tegenzin gehad tegen het woord geloof en waar het voor stond. Daar moet ik niets van hebben, zei ik. Besef is goed, beleven is je ware, zicht is essentie, maar geloof is een vals kristal, dat de ware toedracht ontneemt aan heden, verleden en toekomst.
In de naam van het geloof, zowel het godsdienstige als het politieke als het psychologische en al die andere vormen van geloof, zijn zoveel stommiteiten en misdaden begaan. Houd je alsjeblieft verre van alles wat geloof is, zei ik, vooral tegen mijzelf, maar ook de anderen kregen er wel wat van mee. Geloof niet in God, wees met God, geloof niet in engelen, wandel alsof er een engel naast je gaat, geloof niet in een hiernamaals, leef volop, geef wat je hebt, laat je mind niet bewolken door veronderstellingen.
Het is inderdaad waar: voor het onderzoek dat ik in dit bestaan verricht en waarin ik ook onderricht geef, is het noodzakelijk dat de ‘mind’ openblijft. Een open mind kent geen geloofszekerheid, geen grijpbare zekerheid in welke vorm dan ook. Een open mind heeft een identiteit, en dus een begrenzing, zolang hij is verbonden met een fysiek lichaam, maar deze identiteit is als een kring in het water – een uitvloeiende cirkel, die overgaat in en samenvalt met wat ik noem de oneindige ruimte van de geest.
De kring in het water staat niet stil bij het geloof in iets of niets, maar breidt zich onderzoekend en zich toevertrouwend uit – ontspannen waarnemend. Onderdeel van het geheel en uitvloeiend in het geheel.
*
Nu weet ik: niet het geloof wijs ik af, maar de geloofszekerheid.
Zekerheid en geloven zijn zoals ik het zie als olie en water, ze kunnen aan elkaar raken maar ze mengen niet. Geloof is een intuïtie, een gevoelsvermoeden, een teer weten zonder bewijs, een veronderstelling. Twijfel is eigen aan geloven – niet de verscheurende twijfel, maar de wegende twijfel van de onderzoeker en de minnaar – en daar hoort dus ook bij dat er geen zekerheid is waarop je kunt terugvallen. Je hebt niet eigenlijk gelijk en je kunt op grond van datgene wat je gelooft over niemand oordelen. Geloven is persoonlijke beleving en kan per definitie niet aan een ander worden opgelegd.
Ik geloof van alles, maar ik beschouw hetgeen ik geloof niet als eindpunt, maar juist als beginpunt. Het is materiaal voor mijn voorstellingsvermogen en vervolgens aanzet tot onderzoek. Hetgeen ik geloof geeft mij geen zekerheid, maar leidt mij in onzekerheid. De onzekerheid van het creatieve proces. De onzekerheid van dit scheppende gebeuren waarvan ik onderdeel ben.
(wordt vervolgd)
Dag Hans, wat een mooi thema.
Voor mij is er verschil tussen iets ‘moeten’ geloven, meegekregen vanuit je opvoeding en vormgegeven vanuit een instituut en een dieper weten hebben van zaken. Van dat eerste heb ik al langere tijd afstand genomen. Boeiende vraag is wat dat dieper weten dan is? Deels ervaringen, die ik overigens op een eigen wijze duiding geef, maar ook gevoelens en gedachten. Het vraagt dus om kritisch te blijven en een onderzoekende geest te blijven houden. Vooral een open mind. Heel herkenbaar in jouw schrijven.
Maar geloven maakt ook energie en kracht vrij. Bij mijzelf herken ik dat met betrekking tot een diepgevoelde behoefte zin aan mijn leven te geven, vertaald in het kunnen leveren van een positieve bijdrage aan daadwerkelijke verandering in datgeen waarin ik geloof. Daarbij herken ik ook een doorwerking in het universum. Ik ervaar met regelmaat dat geloof vertaald in spreken en handelen werking heeft. De intentie is echter alles bepalend, geloof je in het positieve of negatieve. Geloof doet leven.
Ik ben heel benieuwd naar je vervolg!
dag Hans, wat mooi. Deze tekst komt voor mij als geroepen. Ben zo aan het nadenken over wat ik geloof. Zie uit naar het vervolg. Jij verwoordt het zodat ik er weer verder mee kan. En wat weer een prachtige tekening van Hanneke. lentegroet Lida
Allereerst …wat een prachtige tekening van Hanneke…
Geen zekerheid waar je op terug kunt vallen….en zo is het….
Dankjewel weer voor dit verhaal….liefs Anita ..
Ik aarzel deze keer. Ik ben een gelovig mens. Altijd al geweest. Vroeger, als kind op de ouderwetse manier: verhalen, regels, uitgangspunten. God vooral. Dat gaf inderdaad een bepaald soort zekerheid. Nu, in beginnende ouderdom, geloof ik nog steeds; alleen niet meer dat al die precieze regels en verhalen de letterlijke waarheid zijn, en ook niet specifiek Christelijk of wat dan ook. Maar dat ontwikkelde geloof geeft mij rust. voldoening en -inderdaad- zekerheid. Diepe, geaarde zekerheid. Geen zekerheid dat het altijd goed zal gaan met mij en de wereld, hoewel ik daarop blijf hopen, maar de zekerheid, dat wat er ook gebeurt, dat het is zoals het is. Ik mag verontwaardigd, en opgewonden, ongelukkig en angstig worden van alles wat er gebeurt en in de toekomst gaat gebeuren, maar daaronder ligt -ik weet het; ik ben er zeker van- dat grote raadsel van het bestaan, waarin ik mijn eigen geborgen plaats heb. En dat is volgens mij JUIST de ‘geloofszekerheid’ die ten diepste bedoeld wordt in bijv. ook het katholieke geloof waarin ik ooit ben opgevoed. Dat die ‘geloofszekerheid’ soms geplaatst wordt op leerstellingen, verhalen, historie, doet er hier verder niet toe. Ieder gelooft op zijn eigen niveau en ontwikkelt zich vanuit dat niveau -of niet-. Het Christendom, en ook de Islam of het Jodendom enz. heeft zo veel, talloze, lagen van ontwikkeling en begrip, van de diepste vrijmakende mystiek naar de meest fundamentalistische benauwdheid, dat je daaruit naar behoefte je eigen spiegelbeeld kunt putten. Als je leert je diepste vertrouwen op ‘Jezus’ te leggen en je denkt daar verder niet zo over na, en je put daar je ‘geloofszekerheid’ uit, dan is dat misschien een beetje primitief, maar je raakt toch in ieder geval de kern van de ‘overgave aan het leven’. En zolang je dat niet aan anderen opdringt is het helemaal OK.
Het is juist in de overgave aan het onzekere, dat ik mijn diepste -geloofs-zekerheid ervaar.
Och Hans, wat ben ik je dankbaar voor dit mooie geschrift. Het geloof, het tere weten zonder bewijs, biedt geen enkele zekerheid, maar is wel leidsman/ leidraad in de onzekerheid van het creatieve proces. En ja: het wordt (weer) lente, het wonder voltrekt zich stilletjes en gestaag. Om mij heen en in mij.