Leeg. Leeg. Leeg.
Dat is Hemelvaart.
Een merkwaardig feest, want wie viert er nou dat iets of iemand waarvan je oneindig veel houdt totaal uit het zicht verdwijnt?!
Ik kijk wat er over geschreven staat in de Bijbel, in het boek Handelingen, en wat de context is van het verhaal.
Het is net Pasen geweest, 40 dagen geleden, en de dood lijkt overwonnen. Jezus is gekruisigd, gestorven en weer uit de dood opgestaan. Dat is zichtbaar en voelbaar voor de leerlingen. Het is niet een gedachte of een ideaal, het is niet iets psychisch, maar met de aardse zintuigen waar te nemen. Zij kunnen het levende bewijs aanraken en ermee spreken. Wat een steun en een zekerheid! En dan, opeens, onttrekt al die zekerheid zich aan het zintuiglijke bestaan.
De leerlingen vragen zich af of Jezus in deze bittere tijden het koningschap over Israël gaat herstellen. Misschien vragen zij zich ook af of hij, de Messias, ook de wereldlijke heerser wordt? Zo is het immers voorzegd. Zijn antwoord is:
Het is niet aan u de tijden of momenten te kennen die de Vader in de eigen volmacht heeft gesteld: maar ge zult kracht opnemen van de heilige Geest die over u komt, en ge zult getuigen van mij in Jeruzalem en in heel Judea en Samaria, ja tot het uiteinde der aarde! (Handelingen 1:7-8)
Met zijn woorden neemt hij al de zekerheid weg. Het gaat er niet om dat je zeker bent en bewijzen hebt. Het gaat er ook niet om dat je je kunt richten op een gouden toekomst. Waar het om gaat is dat je je laat inspireren en dat je door hoe je handelt en spreekt in jouw bestaan – dat is jouw wereld, hoe klein of hoe groot die ook is – uitkomt voor je diepste beleving.
Dat wat je het liefst is kun je niet bevriezen in de zekerheid van een omschreven concept of een dogma. Het is voortdurende vloeibare inspiratie, die je niet kunt beetpakken en waar je je niet in kunt zetelen. Het enige wat je kunt en mag doen is de inspiratie tot uitdrukking brengen – beter gezegd: mede-delen.
Terwijl hij dat zegt wordt hij, terwijl zij toekijken, opgeheven, en een wolk neemt hem weg van hun ogen. (Handelingen 1:9
Geef een reactie