Schaamte, zowel harde als zachte schaamte, is gekoppeld aan het besef van onvolmaaktheid. Onvolmaaktheid als een gegeven of als een schande.
In de zachte schaamte buig ik mij in mijn onvolmaaktheid voor het grotere, onmetelijke, dat ik niet ben en waaraan ik toch deelachtig ben.
In de harde schaamte wil ik geen weet hebben van mijn typische gesteldheid, die juist omdat zij zo typisch is niet alles omvat en dus onvolmaakt is. Ik verberg mij voor de werkelijkheid, zodat ik in het verborgene het zelfbeeld van volmaaktheid kan blijven koesteren. Voortgaand in de harde schaamte raak ik geïsoleerd van het grotere waarvan ik deel uitmaak en van de andere wezens met wie ik de aarde bevolk.
In de zachte schaamte blijf ik mij toevertrouwen aan het grotere dat ik niet kan overzien en het wonderlijke is dat ik juist zo deel heb aan het volmaakte.
Het leed is geleden, dit leed in ieder geval, als harde schaamte wordt tot zachte schaamte. De les is geleerd als de afwijzende zelfbeschouwing is omgezet in onderscheidingsvermogen van eigenheid. Schaamte is dan geen terugkaatsend oordeel meer, maar een subtiel zintuig in dienst van mededogen.
Voorbij de schaamte? De schaamte erbij!
(wordt vervolgd)
Dank voor deze serie Hans. Ik ken ze allebei, de zachte en harde schaamte. Heb het ervaren op dezelfde dag.
Eerst het spreken bij de crematie van mijn oudste zus, het gewoon maar laten gebeuren in vertrouwen. De mensen zeiden het kwam recht uit je hart.
Daarna de ruzie met de buren, die schaamte is hard en destructief. Er staat me nog iets te doen.
Lieve groet
Erica
Prachtig en geestig, de schaamte erbij! Zo waar.
Martje