Voorbij de schaamte? De schaamte erbij!
Daarmee besloot ik de vorige aflevering.
Hoe dat te doen? Daarmee sluit ik deze serie af. In twee delen. Ik vat samen en zet er een punt achter.
*
Uit de duistere diepte, die we bij gebrek aan een beter woord het onbewuste noemen, rijst een herinnering op. Een herinnering met een randje van harde schaamte. Het randje voel je het eerst.
De herinnering floept te voorschijn. Opeens is ze daar. Je hebt haar jaren niet gezien, maar herkent haar toch meteen, zij is geen dag ouder geworden. De vorige keer, de vorige keren, kwam ze er niet in en je wilt haar nog steeds niet zien. Het komt nu in ieder geval niet goed uit. Dus probeer je haar eruit te werken, om te beginnen door te doen alsof ze er niet is. Gewoon de andere kant uitkijken, dan gaat de herinnering vanzelf weg. En als dat niet lukt en zij toch blijft aandringen, die hardnekkige schaamtevolle herinnering, kun je grover geweld gebruiken, mentaal geweld wel te verstaan. Daar zijn allerlei methodes voor. Je kunt aan iets anders denken, bij voorkeur aan iets dat je plezierig vindt, iets dat je wilt gaan doen of een favoriete fantasie. Er kan op één moment maar één gedachte zijn, dus als je voldoende mentale beheersing hebt, kun je met de door jou gewenste gedachte een ongewenste gedachte eruit duwen. En als de herinnering dan toch standhoudt, biedt de fysieke wereld voldoende hulpmiddelen om te vergeten en te verdringen. Je kunt de tv aanzetten, een hapje eten, een dossier doornemen, pillen vragen aan de huisarts. Er zijn zoveel mogelijkheden. Je kunt een rondje rennen, in je handen klappen, een liedje zingen en daarmee die nare gedachte overstemmen. En als het heel erg wordt, kun je schreeuwen en gebaren, zo krachtig dat je je gedachten niet meer hoort. Je kunt nog verder gaan en jezelf in je gezicht slaan of jezelf verwonden of zo maar met iemand ruzie zoeken. Dan denkt iedereen misschien dat je gek bent, maar het helpt wel, even in ieder geval. Gelukkig heb je meestal niet zulke sterke middelen nodig en kun je het gecamoufleerd afhandelen onder een deken van dofheid.
We leren al vroeg om onaangename herinneringen (en onaangename aanvechtingen in het algemeen) te ontkennen, te onderdrukken en te verdringen naar dat gebied waar de dingen geheim zijn, zo geheim dat we het zelf niet meer weten. Maar als je wat ouder en wijzer wordt, moet je toch toegeven dat het op zijn best tijdelijke oplossingen zijn. Het is meer verschuiven dan oplossen. De herinneringen blijven terugkomen, hoe vaak ze ook worden weggeduwd. Ze blijven je lastig vallen en spanning geven.
De herinneringen met een randje lijken wat dat betreft wel op de wittige spoken uit griezelverhalen, die rond het middernachtelijk uur iedereen de stuipen op het lijf jagen, tot er iemand is die niet wegrent, maar zegt: ‘Wat wil je eigenlijk?’ of nog eenvoudiger: ‘Hallo’, zoals je dat doet wanneer je iemand ’s avonds op een kasteeltrap tegenkomt. Wanneer dat eindelijk gebeurt, blijkt al snel dat het spook zelf ook last heeft van die rammelende ketens en dat gedwaal door de gangen. Hij wil eigenlijk alleen maar gezien en gehoord worden, zodat hij kan vrijkomen van de vroegere bestaansvorm en zijn reis kan voortzetten.
Zo is het ook met de herinneringen met een randje van schaamte of schuld. Ze doemen niet op om schrik aan te jagen, maar omdat ze onaf zijn. Het onaffe klopt aan om opgenomen te worden in het persoonlijk bewustzijn, zodat het weer herinnering kan worden zonder dat omklemmende randje. Zonder een label. Zonder een geheim. Een stukje van het mozaïek dat ons leven is.
(wordt vervolgd)
Lieve Hans,
Mijn fysieke reactie op je bovenstaande stuk is:
ademloos lezen
(vastzetten van mijn adem)
en
me betrapt voelen:
ZO IS HET !
Heel exact weergegeven,
prachtig en scherp.