Volgens de leer van de Boeddha waren er twee manieren om te mediteren: als een hond of als een leeuw.[1] Als je een stok naar een hond gooit, gaat hij er achteraan, pakt de stok en brengt hem terug en dan kun je hem weer weggooien. Dat kun je blijven doen, want zo’n hond krijgt er niet gauw genoeg van. Naar een leeuw daarentegen kun je maar één keer een stok gooien, want als je dat doet, gaat hij meteen achter jou aan en niet achter de stok.
Bij de hond is het een goede training, een spel, een voorlopig iets. Bij de leeuw is het een zaak van leven of dood.
De stokken zijn de gedachten – de oneigenlijke gedachten die leiden tot een vervreemd bestaan en dus tot lijden.
Wanneer je de hondmethode volgt, pik je zo’n gedachte op en breng hem weer terug naar ‘zijn baasje’, het centrum, waar hij even tot rust komt, tot hij weer oprijst en het bewustzijn verduistert. Dat kun je blijven doen. Het werkt even en het werkt niet, want het volgende moment sta je toch weer met diezelfde stok in je handen.
Veel mensen van goede wil gebruiken dit soort methodes om de onrust te bezweren en de negatieve gedachten en het dwangmatig handelen niet te ver te laten doorslaan. Tijdelijk tegengif tegen het gif van de slang die steeds weer zijn kop opsteekt in het paradijs. Het is geen oplossing, maar het is ook geen ramp, zoals ook het nemen van een aspirientje tegen de hoofdpijn geen ramp is.
Wanneer je echter als een leeuw mediteert, heb je geen speelruimte. Het is werkelijkheid. Onontkoombare werkelijkheid. Nu. Hier. Niet in je fantasie, maar in je bestaan, dat maar zo kort duurt. Maak je een eind aan die zich dwangmatig herhalende patronen voordat jij aan je einde komt? Nu dus, want je weet nooit wanneer je aan je einde komt.
Natuurlijk, ook deze gedachte kan weer tot een dwanggedachte worden. De dwanggedachte dat je verlicht moet worden. Nee, sterker nog, dat je eigenlijk al verlicht moet zijn, zodat jij jezelf beschouwend tevreden kunt zijn met jezelf. Narcisme om het hoekje, noem ik dat. Je haar kammen in de achteruitkijkspiegel in plaats van ontspannen onderweg te zijn.
Maar dieper dan het narcisme is de wens om in vrede te zijn en vrede te brengen. Het is de beweegreden bij uitstek, een drijfveer zonder kramp. Ontspannen hier zijn, deelgenoot, broeder, zuster. Daar is geen koorts voor nodig. Dat wil je vanzelf.
[1] The Heart Treasure of the Enlightened Ones, Dilgo Khyentse, Shambala, 1992 (p. 106)
Precies de juiste blog op het juiste moment voor mij. Dank!
“De wens om in vrede te zijn en vrede te brengen. “Zonder kramp”.” zo eenvoudig is het.
Ik besef dat ik dat al heel lang weet. Dank voor het herinneren.
~
Wanneer je als een leeuw leeft 😉
Zo in vrede zijn.
Ontspannen hier ~
En te omvatten, delen en leven
dat je daar kwam
het beste dat mij gebeurde
Heel herkenbaar; bij de meditatie van de leeuw is er geen methode van toepassing, maar is er het diepe weten dat de kleine geest deel uitmaakt van het ‘oneindige uitspansel van de Geest’ waar je in je vorige stuk over schreef. Dat besef zetelt in het hart.
Wat een rust!
Dank Hans ,dat je me vandaag weer extra bij de Les houdt…;
in liefde verbonden..Miomi