6 september 2013
Ik weet niet meer waar ik dit las, maar ik vind het zo ontroerend concreet:
“Ik weet waar jouw huis woont, ik weet hoe jouw naam heet”.
Onze taal bestaat voor zo’n groot gedeelte uit abstracties. Misschien moet ik daarom tegenwoordig ook regelmatig zoeken naar een woord – alsof ik het zelf moet bedenken om precies te kunnen zeggen wat ik bedoel.
Dat is niet erg, het is wel lastig. Want de spanning die ik ervaar als ik het niet weet zit nou juist die inspiratie in de weg. En aan die spanning is niks te doen, behalve uithouden.
Ik krijg ook eerder bonje met mijn omgeving – doordat ik er teveel bovenop zit als ik iets vind, alsof dat de enige waarheid is. En dat vind ik dan ook echt!
Tja, Alzheimer is niet bepaald diplomatiek en economisch!
En: Alles is betrekkelijk. Dat merk ik nu goed, gewoon ook doordat ik haast niets meer onthoud. Alles is dus betrekkelijk, ook al heeft de innerlijke kracht van de impuls er de schijn van dat het van levensbelang is. Mis poes. Alles is betrekkelijk dus: dan kun je maar beter doen – instaan voor – wat je werkelijk wilt in plaats van, wat wij in deze wereld nogal gewend zijn, erop te wachten totdat er een seintje van de andere kant komt. Rare manier van doen is dat.
Wordt vervolgd
Geef een reactie