Ik raad het iedereen aan, partners, vriendinnen, vrienden, familie: spreek je uit, maak van je hart geen moordkuil, maak goed wat er goed te maken is en vergeef wat er te vergeven is. En doe dat zonder te forceren. Het hoeft niet meteen de eerste keer te lukken. Volgens de joodse traditie doe je er goed aan minstens drie pogingen te wagen. Zoek vanuit je hart het eerste echte contact, datgene wat je om te beginnen deed uitgaan naar die ander. En laat, zoals ik het noem, de regenboogverbinding leidend zijn.
Na de eerste vonk die ontspringt tussen twee mensen is het een tijdlang stralend licht, maar dan, als het contact wordt voortgezet, slaat vroeg of laat de benauwenis van het hart toe en raakt het hoofd bewolkt. Wanneer je hierop met elkaar een antwoord vindt, doordringt het licht de verduisterende neerslag en maak je als het ware van twee kanten uit een regenboog. Dat kan in de loop van je gemeenschappelijke geschiedenis vele malen gebeuren. Zo wordt gaandeweg de regenboog een groot gezamenlijk project. Het wordt een brug van ervaring waarop je elkaar kunt vinden.
Het eerste gezamenlijk beleefde licht is de aanzet, de startmotor. Een lichtend beginpunt kent iedereen, maar de regenboog met die specifieke kleuren is uniek – de geschiedenis van twee mensen die samen voortgaand goede en slechte tijden hebben beleefd en daarin steeds weer elkaars blik hebben gevonden.
Een ernstige ziekte en daarbij het besef van de dood die nabij is, kan onttoverend werken. Zo zijn Hanneke en ik ontbloot van onze zekerheden. En daarin hebben wij de ziekte ontvangen, niet als een indringer maar als een gast. Om precies te zijn: als een gast die we niet konden weigeren maar die toch ook ongewenst was – ja, beslist ongewenst vanuit ons verlangen naar continuïteit en doorgaande harmonie. Maar sterker dan het ongewenste was bij ons beiden het besef dat datgene wat daar aanklopte bij ons hoorde en dat we het moesten opnemen in ons huis. Dat hebben we gedaan.
Die gast, om de vergelijking voort te zetten, heeft zich in ons huis gevestigd, niet als een stille, bescheiden nieuwkomer, maar als een brutale kracht, die deuren heeft opengebroken, waarvan we meenden dat die altijd gesloten zouden blijven, en die kamers heeft ontsloten waarvan we het bestaan niet kenden. Een expansieve kracht, die zich weinig of niets aantrok van onze voorzorgsmaatregelen en de behoedzaamheid waarmee we ons goede bestaan wensten voort te zetten. En toch hebben we hem ontvangen en hebben we hem herkend, niet als een boosaardige indringer, maar als een leraar.
Dat klinkt misschien verheven, maar zo bedoel ik het beslist niet. Het was niet ons plan, het was ook niet onze verdienste, het bleek dat we zo zijn – meer benieuwd dan angstig.
Het wonder en de schoonheid van het leven is dat in het ongewenste, in het ontluisterende, een licht je tegemoetkomt. Een licht waaraan je je niet kunt vastklampen, maar waardoor je je wel kunt laten leiden. En als je je daardoor laat leiden, vind je in het grondeloze toch een grond, waar je ondanks alles in je element bent. De grondeloze grond van pure werkelijkheid, zo anders dan de wereld van beloften en bedoelingen.
Een tijdje geleden schreef ik een gedichtje dat hier mooi bij aansluit:
Een torenhoge golf greep me,
ik dacht: het is goed mis,
want ik waande mij een scheepje,
terwijl ik water ben en vis.
Al die reclame, dat gespiegel, kijken hoe jij kijkt en mij daarop afstemmen, jou laten doen wat ik wil, wel of niet doen wat jij wilt, je komt er bedrogen door uit. Wanneer de spiegel breekt, proef je het zout van het leven.
Het is soms wel heel zout, maar al dat zout is mij liever, duizendmaal liever dan de etalage van de snoepwinkel.
(wordt vervolgd)
Prachtige, troostende hartentaal. Dank en een warme groet retour, Desiree.
Ik zit hier met tranen. Wauw wat een prachtige en krachtige Kerstboodschap. Nodig alles wat er op je pad komt uit in je huis en je hart en wees benieuwd. En laat je leiden. Dank, dank
Licht in de donkere dagen voor Kerstmis. Het was even heel donker in mijn hart een paar dagen. Ik was het licht vergeten, maar nu brandt het weer volop. Je zegent me met je waarheid en je liefde en, als je wilt, ontvang dan mijn zegen van herkenning en dankbaarheid.
Ik heb je kernachtige en zo troostende gedichtje als volgt vertaald om het aan vele vrienden hier te geven (met jouw naam eronder natuurlijk): Vind je dat goed?
“A towering wave got hold of me
I called out loud: ‘This is amiss!’
because I thought I was a boat,
but I am water, I am fish.”
En ik volg je adembenemende reis op de voet.
Ah, Johanna, wat een feestelijke reactie. Dank je wel. Ja hoor, geef het gedichtje maar door aan je vrienden. Hartelijke groet, Hans
Wat een prachtige reeks is dit. Dank!
Dag Hans,
Het roept bij mij een soefi-achtige sfeer op – hun verhalen, hun poëzie: het zout, het water en de vis, duizendmaal liever, de ongewenste gast die aanklopt. Misschien wel de juiste woorden voor een/het leven dat ook ruw en zwaar (soms) is.
Bij de alinea ‘het wonder en de schoonheid’ moest ik denken aan één van de vele teksten, die ik van je onthouden heb: “je vraagt het één en krijgt het andere”.. Het is een kunst om dat voorbij je eisen en verwachtingen te blijven zien en ontvangen. Je herinnert me weer aan die (levens)kunst. Dank je wel.
Ik herken dat het waar is. De regenboog-verbinding, het licht dat je tegemoet komt in het ontluisterende, de grondeloze grond. Wat een zegen dat je er woorden voor gevonden hebt die hier weer resoneren en ruimte geven aan mijn ‘Ja’ . Dankjewel.
Deze woorden zijn zo troostend en voor mij precies op het goede moment.
Een licht dat je uit het ontluisterende tegemoet komt, het was even uit mijn zicht geraakt.
Dankjewel
Toen ik mijn lieve vrouw per 1 Augustus 2019 overdroeg aan een zorginstelling kon zij al niet meer praten. Ze brabbelde nog wel wat, maar kon geen antwoord meer geven op een vraag. Tijdens de 2de corona lockdown mocht ik haar wel bezoeken op haar eigen kamer. We mochten niet naar buiten. Ik kon toen niet veel met haar doen, behalve haar wat fruit geven en een keer verschonen. Allebei zaken die niet hoog op het prioriteitenlijstje van de verzorging stonden. Op zeker moment zat ik zo naast haar en zei: ” Lieverd ik heb zo’n ontzettende spijt dat ik zeker het laatste jaar dat ik voor je mocht zorgen niet altijd lief tegen je was, zelfs je regelmatig afsnauwde. Het was onmacht dat weet ik,maar toch. Daar heb ik nu zo’n ontzettende spijt van, kun je mij vergeven?” Mijn lieverd keek mij stralend aan en antwoordde: ” ja,natuurlijk”. Nu na bijna 2 jaar komen bij weer weer de tranen.
Ja liever echt zout dan ‘etalage zoet’ ❤❤
Wauw