Na mijn gymnasium B studeerde ik Sociale Psychologie aan de VU.
Tijdens de doctoraalstudie kreeg ik grote belangstelling voor de nieuwe richtingen binnen de psychologie. Ik deed mee aan de eerste zogenaamde ‘Sensitiviteits-trainingen’, en was na mijn studie lid een tijdlang lid van een doorgaande groep ‘Training in Interpersoonlijke Relaties’. Ik verdiepte mij in de alternatieve psychotherapeutische methoden en volgde cursussen in bio-energetica, subtiele energie, massage, Tai Chi.
Dat was allemaal nieuw in die tijd. De leiding was bekwaam en inspirerend, en ik was leergierig en paste alles toe op mijzelf. Zo deed ik veel kennis en ervaring op, en begon stukje bij beetje mijn talent om met mensen te werken te ontdekken en te ontplooien.
Daarnaast werkte ik vlak na mijn studie een paar jaar free lance bij het Nederlands Instituut voor Sociaal Sexuologisch Onderzoek, waar ik meedeed aan een onderzoek naar de ervaringen van geaborteerde vrouwen. Ook was ik een tijdje als psychologe verbonden aan een abortuskliniek. In die tijd deed ik ook mee aan Dolle Mina.
Mijn hart ging er steeds meer naar uit om mensen zo deskundig en betrokken mogelijk te helpen op hun levenspad. Eind ’74 begon ik mijn eigen therapeutische praktijk. Ik begon groepen te doen en paren te begeleiden met Hans Korteweg, met wie ik inmiddels was getrouwd.
Ondertussen verdiepte ik mij verder in de betekenis van seksualiteit als bron van inspiratie en als medicijn, en in de kunst van het gewaarworden en onderscheiden van energie.
Vanaf ’84 leidden wij samen met Jaap Voigt het Instituut voor Integrale Psychologie, kortweg ITIP, dat wij in 2001 overdroegen aan onze naaste medewerkers. De laatste jaren hebben Hans en ik een samenwerkingsverband, Het Grote Werk geheten.
Bijna 40 jaar doe ik nu dit werk als therapeute van mensen die in vrijheid van binnenuit willen leven.
Hierover heb ik in ’89 samen met Hans Innerlijke Leiding geschreven, met Hans en Jaap Voigt in ’90 De Grote Sprong, en in ’93 Geest en Drift. In dit boek beschrijf ik hoe seksuele energie bij vol bewustzijn kan worden ingezet, zodat het hoogste en het laagste samenkomen in een oorspronkelijk en creatief bestaan. Tenslotte verscheen in 2006 van mijn hand Een vrouwelijke weg van vervulling. Mijn laatste woord tot nu toe.
Kort geleden heb ik na een heleboel onderzoeken ontdekt dat ik de ziekte van Alzheimer heb.
Ik ben sinds 1990 boeddhiste; concreet wil dat zeggen dat ik erop gericht ben om steeds weer los te laten en hier te zijn, de leegte te eren in plaats van die te willen vullen. In de leegte manifesteert zich het nu, en dat gebeurt altijd precies op maat, geen onsje teveel of te weinig.
Dit is grote hulp. Als ik ‘loslaat’ hoef ik niet bang te zijn dat iets essentieels verdwijnt, want er valt eigenlijk niets te onthouden en het essentiële ben ik zelf.
De andere grote hulp die ik ken, eigenlijk al vanaf mijn geboorte, omdat ik bij een in Jezus gelovende moeder ben opgegroeid, is Jezus. Natuurlijk werd hij te zeer als een martelaar gezien en moesten we dus ook braaf zijn, maar gaandeweg ben ik Jezus meer gaan zien als liefdevolle hulp die concreet aanwezig is en tot wie ik mij kan wenden. Iemand die persoonlijk liefdevol bij mij is, zonder enige verplichting. Die gestalte is gegroeid in de loop van de tijd en is nog steeds groeiende.
Over wat Alzheimer met mij doet en wat ik met Alzheimer doe, bericht ik hier in mijn dagboek. Het is een onderzoek en tegelijkertijd een reportage. Als je een reactie hebt, hoor ik dat graag.