Paastijd

Gaandeweg is het mij duidelijk geworden dat er geen gaandeweg is. Een glimlach doortrilt het al. Oneindige mildheid, door niets te verdienen, door niets te verliezen, omvat de mens en draagt hem voort tot het punt waar hij weer mag loslaten wat hij een tijdlang meende te zijn.

Herinnering is startpunt van identiteit, maar het is niet het eindpunt. De identiteit die niet stilstaat bij zichzelf, laat het poppenhuis van de persoonlijke herinneringen achter zich. Alles wat afgebakend is gaat onder in de stroom van de tijd en lost daarin op. De ware identiteit, die zich niet beroept op welk verleden dan ook, doorleeft de tijd.

Leven is een voortdurende estafetteloop. Er is geen continuïteit, maar wel voortgang. Alle vasthouden is vergeefs. Van de eerste tot de laatste ademhaling is het zaak niets definitief te maken, niets toe te eigenen. En omdat dit toch steeds weer gebeurt, want dat is nu eenmaal de aard van het beestje, moet er steeds weer losgelaten worden. In het loslaten van de kramp, die alle toe-eigening en vastlegging is, vindt herstel plaats.

Het wonder van herstel, van genezing is dat ik nooit meer de oude word.
Zo wordt het levensboek herschreven. Dezelfde letters, dezelfde woorden krijgen een andere rangschikking. Persoonlijk lot wordt uitgelezen kans. Alle klacht blijkt uit te monden in een loflied, dat niemand anders zo verwoord kon hebben.

Pasen in een mensenleven als geheel. Pasen ieder jaar. Pasen ieder ogenblik.

 

Geplaatst in Hans' weblog

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*