Al heel lang wil ik schrijven over Pontius Pilatus. Ieder jaar weer ging Pasen voorbij, zonder dat ik over hem had geschreven. En dan is het eigenlijk te laat, hoewel Pontius Pilatus natuurlijk voortdurend zijn stempel drukt en het voortdurend Goede Vrijdag is, en dus ook Pasen.
Maar goed, nu ben ik er op het nippertje bij.
*
Pasen. De opstanding. De voltooiing. Maar eerst het onmogelijke. Goede Vrijdag. Antwoordend zijn zonder zelfbescherming. En het lijden. De beker drinken zoals hij wordt gegeven.
En dan de belemmeringen. De tegenstanders. En dan bedoel ik niet de Duivel of Satan, nee, ik bedoel mensen en menselijke geneigdheden, vormen van zwakheid en gemeenheid en kortzichtigheid, die bijdragen aan het lijden. Vertegenwoordigd door de hogepriesters en schriftgeleerden, de slapende leerlingen, de soldaten, het volk, Judas, Pontius Pilatus etcetera.
De tegenstanders die uiteindelijk instrumenteel blijken te zijn en hun rol spelen in het drama dat zich van tragedie ontwikkelt tot blijspel.
Ook zij zijn onderdeel van de weg. Blijkt later. Maar op het moment zelf verhevigen zij het lijden, ieder op zijn eigen wijze.
Van deze tegenstanders komt Pontius Pilatus er in de commentaren meestal nog redelijk goed vanaf. Vooral mensen die een leidende functie vervullen en, zoals men dat noemt, staan in het centrum van de macht, blijken veel begrip voor hem te kunnen opbrengen.
*
Pontius Pilatus, stadhouder van Judea, ondervroeg een mogelijke terrorist, Jezus van Nazareth geheten, en stelde hem enkele pregnante vragen. Er ontstond een niet oninteressant, zelfs enigszins filosofisch getint gesprek, aan het eind waarvan hij de man tegenover zich veroordeelde tot de kruisdood. Hij deed dit niet omdat hij die man Jezus als een misdadiger beschouwde, maar uit pragmatische, politieke overwegingen. Het ging hem om de grote lijn. En je kunt niet voorzichtig genoeg zijn. Als je een omelet wilt bakken, moet je nu eenmaal eieren breken. En meer van dat soort wereldwijze dooddoeners.
Het was, zoals gezegd, een interessant gesprek. Hij, Pilatus, zei op een bepaald moment: ‘U bent dus koning?’, waarop de ander antwoordde: ‘U zegt dat ik koning ben. Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik zeg.’ Pilatus had er kennelijk al vaak over nagedacht wat nu eigenlijk waarheid was en of er wel zoiets als absolute waarheid bestond en riposteerde : ‘Maar wat is waarheid?’
Hij had daarmee het laatste woord, zoals het een dienaar van de keizer betaamt. Het was een afgewogen antwoord – geresigneerd, een tikje ironisch, met een zweem van droefenis. Eigenlijk heel modern. Ja, wat zou het fijn zijn als waarheid en machtsstreven hand in hand konden gaan en de macht zich altijd op de waarheid kon richten.
*
Tony Blair, een machthebber uit onze tijd, gaf in 1996 in een interview blijk van zijn begrip voor de moeilijke positie waarin Pontius Pilatus zich bevond. Dat was nog voordat hij premier werd en vijf jaar voordat hij een monsterverbond sloot met George W. Bush. Hij zei in dat interview: ‘Wat zo intrigeert bij Pilatus is de mate waarin hij het goede probeerde te doen in plaats van het slechte. Hij vraagt onze morele aandacht, niet omdat hij een slechte man was, maar omdat hij zo bijna goed was.’ En een stukje verder: ‘Het is mogelijk Pilatus te zien als de archetypische politicus, die gevangen is in de tweespalt van een eeuwenoud politiek dilemma. (…) Moeten we doen wat principieel lijkt of wat politiek opportuun is?’ (Should we do what appears principled or what is politically expedient?)
Die laatste zin is de sleutelzin van deze hedendaagse Pontius Pilatus. Er staat een vraagteken achter, maar het is duidelijk wat er gekozen wordt en wat er gekozen moet worden: het opportune. In ieder geval datgene wat opportuun is in de ogen van degene die voor de keuze staat.
En let eens op de precieze formulering, want al door de wijze waarop Blair de keuze verwoordt, wordt het antwoord voorgekookt. Want wat ‘appears’ en wat ‘is’? Natuurlijk kies je als verstandig mens voor wat is, in plaats van voor dat wat lijkt.
Slim hoor. Of heel dom. Want het is best mogelijk dat hij zelf niet ziet wat hij doet. Met dit soort argumenten probeer je jezelf via de ander te overtuigen.
Maar we zijn er nog niet, want achter het hier beschreven dilemma gaat een nog groter dilemma schuil. Een existentieel dilemma, waar Tony Blair en Pontius Pilatus met al hun intelligentie en diplomatieke vermogens niet aan raken. Ze hebben er misschien zelfs geen benul van.
Jezus namelijk, die ander die daar staat, beroept zich helemaal niet op zijn principes. Het gaat bij Jezus niet om een strijd tussen aan de ene kant ethisch denken en instaan voor je principes en aan de andere kant je richten op wat opportuun is – wat in zijn situatie dus zou neerkomen op het redden van het vege lijf. Hij zegt het letterlijk: het gaat hem erom van de waarheid te getuigen – niet van een principe of van een dogma. Hij beroept zich niet op iets dat los staat, op een wetboek of op een stelsel van verheven regels. Ook de joodse geboden zijn voor hem niet primair bepalend, zoals we herhaaldelijk kunnen lezen in de Evangeliën. Er is niet een waarheid buiten hem, boven de situatie. Hij is de waarheid in de situatie. Dat wat hem ten diepste beweegt – wat hij de Vader noemt. Zo is hij volledig aanwezig en responderend op alles wat zich voordoet. Op Pontius Pilatus, op zijn discipelen, op de zieken en gekwelden, op de soldaten, op de misdadigers die naast hem aan het kruis hangen. Dat is in waarheid zijn en daarvan getuigen. Aanwezig en in relatie. Voortdurend in iedere situatie de mogelijkheid biedend tot bevrijding.
Dit is de radicaliteit, waarvan zoveel machthebbers en dus ook zoveel mensen niets willen weten. Jezus heeft geen partijprogramma en geen set van dogma’s waarop hij terugvalt. Hij is ook niet een set van dogma’s en leefregels, die je kunt raadplegen. Hij is levende aanwezigheid in de menselijke ziel, aanzettend tot antwoord op alles wat de dood in de pot is.
Dat is heel vervelend voor veel van zijn volgelingen. Steeds weer proberen ze datgene wat hij heeft gezegd of heeft gedaan te veralgemeniseren tot een wet, waaraan zij zich kunnen vasthouden tijdens de woeste rit door het leven, en tot een maatstaf, waaraan zij zichzelf en anderen kunnen meten. En steeds weer doorbreekt de levende Christus al die regels en wetten en trekt zich niets aan van veronderstelde mentale en morele zekerheden.
De zogenaamde principes zijn net zozeer de dood in de pot als de keuze voor het zogenaamde opportune.
Er is geen zekerheid. Niet de zekerheid van van tevoren goed zitten. Niet de zekerheid van het vege lijf redden. Alles wat je meent te kunnen vasthouden, moet je loslaten. En dan is daar dat ene, het onbestemde, dat niet vast te pennen is. Het licht in de wereld.
Op Goede Vrijdag neemt alles wat de dood wil voortzetten volledig vorm aan. De bruutheid, de slimheid, de zich superieur wanende intelligentie, de morele principes, het politiek opportune. Jezus Christus is de kracht die daar doorheen gaat. Die daardoor wordt overmeesterd en alle macht verliest. En daarin opstaat. Niet als een nog grotere macht, maar als onloochenbare aanwezigheid van licht en liefde. Mededogen die niets schuwt en zich geeft. In de wereld. In de tijd.
Vrolijk Pasen!
Hans,
Na het lezen van je blog moest ik gelijk denken aan het gezang dat we in de kerk soms na de preek zongen:
Amen, amen, amen
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze heer
Amen, God uw naam zij eer.
En zo is het.
Dank je wel.
Daar heb je me te pakken. Ik zit midden in een worsteling tussen ‘Principes en Opportuniteit’
Als ik ‘principes’ volg hoe Waar ook (want het is toch ook Waar dat Principes Waar kunnen zijn! Dat is juist het verwarrende). Ik wou zeggen als ik mijn ‘ware principes’ volg in een bepaald dilemma, dan voelt het te hard aan. Ik weet dat dat niet -helemaal- de oplossing is. Soms moet je van principes afstappen omdat iets anders ‘opportuun’ is. Niet omdat je het zelf wil maar je doet juist afstand van je geliefde principes om iets anders, dat minder ‘hoog’ is, maar ook op zijn manier ‘waar’ zijn deel te geven. (En dat is nog beter; dus: hier komt een ander Principe om de hoek kijken: mijn best doen om Alles zijn Deel geven)
Nou doorbreek jij de paradox met je blog en ik realiseer me, dat ik gewoon niet weet hoe ik bij dat echtere licht en die diepere waarheid moet komen! Ik denk dat ik een beetje vast zit. Ik denk, dat ik geen keus ga maken voordat ik het echt van binnen weet! Ik sla het zaad uit de hand van datgene dat mij verleidt te vroeg een keus te maken.
Een prachtige gedachte voor pasen. Het roept ook ons op om waarlijk op te staan.
Wat ben ik dankbaar dat ik jouw artikelen kan lezen. Altijd weer.
helder en waarlijk omschreven Hans!
Zo kijk ik toch weer anders naar Pilatus.
Dank
Een mooi begin van Paasmorgen
Dank je Hans
Lieve Hans,
Fijn dat je beschrijft waar Pilatus voor staat. Ik moest denken aan de rol van Judas de laatste tijd. Je hebt al wel eens wat over Judas gezegd maar ik ben verbaasd over de nadruk die ik meen dat hij in het verhaal krijgt.
Fijne Pasen,
Beatrijs
Hoi Hans, wat een stevige parallel, ben blij dat je nu tijd vond Pontius Pilatus zo te beschrijven, zo helder. De Heer is waarlijk opgestaan! Mooi paasweekend, lieve groet Martje