REISGENOTEN (3)
Voor Bob Halmingh
Eerst worden we gevoed, dan leren we onszelf te voeden en ten slotte kunnen we anderen gaan voeden. Wie vrijuit op weg wil gaan, zal zich na enige tijd los moeten maken uit het psychisch en fysieke voedingssysteem van de familie. Dit is voor menigeen een moeilijk proces. Velen weten deze eerste horde niet te passeren, blijven kind van de familie, worden geremd in hun geestelijke ontwikkeling en krijgen psychische problemen. Wat aanvankelijk hulp was wordt weerstand en werkt verlammend.
Vanouds zijn er leraren geweest die aansporen het oude familiesysteem te verlaten. Zij staan als het ware tegenover vader en moeder, verwijzend naar een nieuwe familie, een nieuwe broederschap. Zij maken duidelijk dat de geestelijke weg al in een vroeg stadium het offer vraagt van de familiale zekerheid en zij gaan daarin ook voor.
Het is opvallend dat zowel Gautama Boeddha als Jezus van Nazareth zich op hun weg radicaal losmaken van hun familie, waarbij het in het geval van Jezus niet minder opvallend is dat hij vervolgens met zijn familieleden niet breekt – er ontstaat een nieuwe, niet bindende verhouding.
Ook bij ons in het Westen is de laatste 100 jaar geleidelijk het besef gegroeid dat het voor de volwassen mens noodzakelijk is zich opnieuw te verhouden tot vader en moeder en andere bepalende familieleden. Het is zelfs heel gebruikelijk geworden om eventuele problemen, en niet alleen psychische problemen, terug te voeren tot gebeurtenissen uit de jeugd.
Dit kan absurde vormen aannemen, maar op zich is er niets mis mee. Het begin van wat ik de weg terug noem wordt nu eenmaal gekenmerkt door een herziening van de verhouding tot vader en moeder en in het algemeen de bakermat.
Dit in aanmerking genomen is het verbazingwekkend dat zovelen menen dat juist daar waar de weg begint deze ook eindigt.
Het lijkt er veel op dat er een soort verslaving is ontstaan aan het terugkijken en blijven terugkijken naar frustrerende en pijnlijke situaties in het persoonlijke verleden. Alsof het de essentie van dit bestaan is dat je de verhouding met je vader en je moeder uitentreuren doorspit en verwerkt. Alsof voortdurende herhaling ooit verlossing kan brengen. Alsof verzoening en vergeving, die diepste toewending naar weerloosheid, ooit van buitenaf kan worden ontsloten.
(wordt vervolgd)
Dank je Hans, ben erg blij met je verhalen, voor mij ook liefdevolle hulp ………
Lieve Hans,
Ik lees je stukken graag en herkenning helpt om me met de werkelijkheid te verzoenen en dat geeft ruimte, opluchting, blijdschap
Beatrijs
De neiging om steeds weer achterom te kijken naar het ouderlijk huis is mij persoonlijk heel bekend ;-). Door een sessie ‘Familieopstellingen’ kort geleden, kwam ik tot verzoening en vergeving. Toch ontsloten door een soort van ‘buitenaf’ ; het werkt heel sterk door en ik beschouw het fenomeen ‘Familieopstellingen’ als een wonder …