Naarmate ik ouder word, ervaar ik de tijd meer als een landschap waar ik doorheen reis. En naarmate ik ouder word, ga ik steeds meer te voet door dit landschap. Ik heb de auto’s, treinen, vliegtuigen, ja zelfs de fiets achter mij gelaten. Ik ga te voet, bijna zonder haast en bijna zonder doel.
Ik zal het nog iets preciezer proberen te zeggen. Eigenlijk is er voor mij uit geen landschap, geen weids landschap in ieder geval. Het zou niet juist zijn te zeggen dat ik geen hand voor ogen zie, maar veel verder dan die hand zie ik toch niet (behalve dan een vage witte stippellijn, maar daar kom ik dadelijk nog op terug). Als ik mij echter omkeer, zie ik een uitgestrekt landschap achter mij. Ik vraag mij weleens af of ik door dat landschap ben getrokken of dat het landschap het product is van mijn reis. Misschien is het een wisselwerking. Dat soort dingen vraag ik mij af, dat heb ik altijd gedaan, maar het is niet zo belangrijk – meer een privé hobby.
Wat ik ook grappig vind, is dat het landschap achter mij er toch steeds weer iets anders uitziet, iedere keer dat ik mij omkeer en terugkijk. Ook het landschap achter mij is kennelijk niet statisch. Het is niet klaar. Het is ononderbroken verbonden met waar ik mij hier bevind.
Alles is dichtbij en toch kan ik ver terugkijken. Ik kijk om en zie tot heel ver terug het pad dat ik gegaan ben. Zo te zien ging ik het hele stuk te voet, ook toen ik meende dat ik mij van de meest geavanceerde voertuigen bediende. Het is wonderlijk, het is mooi, wat een reis!
Ik kijk voor mij uit en ik zie geen pad. Dat is anders dan vroeger – vroeger zag ik een pad voor mij uit. Ik was onderweg naar een bestemming, ik wist waar ik mee bezig was en ik had ook vaak een kaart in mijn handen. Nu ga ik stap voor stap en bij iedere stap ontsluit zich de weg een stap verder. Ik heb mijn kaart ergens verloren, ik weet niet waar, ik heb hem in ieder geval niet meer. Ik mis hem ook niet, behalve soms, want het geeft wel even een veilig gevoel, zo’n kaart, als het zwaar weer wordt. Vaak meen ik vanuit mijn ooghoeken een lijn te zien die voor mij uit door het landschap loopt. Een soort vaag witte stippellijn. Als ik er rechtstreeks naar probeer te kijken, verdwijnt hij. Beter zien, dat heeft geen zin. Ik doe het ermee. Die lijn, wat ik ervan kan zien, volg ik.
Zo is het hier in dit landschap, in deze tijd. Ik heb het trouwens goed naar mijn zin. Dat vergat ik nog te zeggen.
Hoi Hans,
Wederom bedankt voor je heldere schrijven. Of je nu oud of jong bent, het is volgens mij de kunst om zo min mogelijk de kaart te willen lezen. Het gaat toch zoals het gaat en die kaart is een schijnzekerheid wat mij betreft.
Hartelijke groet, Edo
… en graag af en toe een ontmoeting.
Als we die plannen, neem ik een kaart erbij.
Dag Hans,
wat mooi geschreven….. Als je niet vooruit ziet, ben je dan pas helemaal en vol aanwezig, die gedachte kwam in me op, dan ben je, ben ik, niet bezig met wat komen gaat, alleen maar hier en nu, ja dat kan alleen maar als ik vol vertrouwen aanwezig ben. En dan zie je ook dat er reisgenoten zijn. Dankbaar.
Mieke
Dag hans,
Wat fijn dat je het zo naar je zin hebt.
Het beeld van een landloper met een stok over zijn schouder met eraan een knapzak kwam in mij op.
Gaan waar je voeten en het leven je heen leiden.
Goede voortzetting van de tocht toegewenst.
Groet en liefs Marian
Samen op reis
Hoe heerlijk is het, als ouder wordend mens, je over te geven aan de natuurlijke vertraging.
Ik geniet er al een paar jaar tenvolle van.
Je woorden, Hans, zijn een feest van herkenning.
Beste Hans,
Mooi verwoord. Herkenbaar ook.