Ik las het stuk van Hans op zijn weblog over wijnjaren en levensjaren.
Wat ik alsmaar zat te zeggen terwijl ik het las:
Nou nou, zo zo, tjonge jonge.
Dat klinkt een beetje te grappig, maar het is wel echt waar.
Ik vind het indrukwekkend, en tegelijkertijd vertelt hij het zo dat het eigenlijk doodgewoon is.
Want waarom zou een mens met een geest niet alles onderzoeken wat hem aanspreekt, tot op de bodem?
Zodat je dat hemelse gevoel van geraakt te worden door het grootste, ook in jezelf kent?
En het dus gewoon waar wordt?
Dan is daar buitenom geen werk meer, behalve ervoor in te staan.
Die ontdekking of liever gezegd, dat besluit, is alles omvattend.
Het vraagt alles – en het is ook heel gewoon.
Wacht dus niet in een gat totdat het hogere zich openbaart en je recht van spreken hebt,
want zo gebeurt het niet.
Het hogere is gewoon hier, en het openbaart zich doordat ik alles aanneem en niet vergelijk.
Zolang ik het erbuiten blijf zoeken, ben ik met een waan bezig.
Dat is heel veel werk maar niet meer dan ik in mij heb.
Dit geldt voor iedereen.
Heel mooi en precies verwoord Hanneke.
Dankjewel!
Groetjes Edo
Wat valt hier nog aan toe te voegen? Amen!
En zo is het.