Winterse overwegingen

Vandaag 12 januari 2014 zou mijn vader 100 jaar zijn geworden. Hij is 68 jaar geworden en in 1982 overleden. Ik meen dat ik hem pas na zijn dood goed heb leren kennen. Ik bedoel daarmee dat ik hem enigszins begrepen heb als een op zichzelf staand mens, los van mij, en dat ik deernis voor hem ben gaan voelen en volwassen waardering. Ik mis hem nu soms onverwacht met een scherpe pijn – een pijn die niet louter psychisch is, maar die ik in mijn lichaam voel. Het is een lichamelijke behoefte om met hem te zijn. Onmogelijk.
En wanneer het wel mogelijk zou zijn, wanneer het wonder zou plaatsvinden en hij plotseling hier in mijn huis zou verschijnen, zou de vreugde misschien van korte duur zijn. Ik weet eigenlijk niet of het wel zou klikken tussen ons zonder die vader-zoon-verhouding, als twee volwassen mannen.

Winter
Dit soort gedachten. Een feit is dat ik mij vandaag ontheemd voel. Een ander woord heb ik er niet voor. Alsof ik nergens bij hoor en een brabbeltaal spreek die door niemand wordt verstaan. Het is een prachtige winterdag, zie ik, want ik ben niet blind, maar het is en blijft winter.
En kom mij nu niet aan met verhalen over de lente die in het verschiet ligt. Het verlies, de aftakeling, de onomkeerbaarheid van het verval is net zozeer waar en is nu in ieder geval meer actueel.

Een gesprek met de minister-president
Hanneke doet haar duit in het zakje. Zij vertelt dat zij op de TV een gesprek met onze minister-president heeft gezien/gehoord en dat hij de kritische vragen van de interviewer zo kundig, charmant wist te pareren, juist doordat deze hem het vuur na aan de schenen probeerde te leggen. Juist daardoor, zei Hanneke, kon Rutte de positieve kanten van het kabinetsbeleid beklemtonen.
Vervolgens werden wij het er op deze winterse dag over eens dat het politieke steekspel in onze democratie zo oninteressant is doordat ieder standpunt partijpolitiek (of coalitiepolitiek) zo is voorgekookt dat er niets meer aan te veranderen is. Een standpunt is geen uitgangspunt, maar eindpunt, en de discussie dient uitsluitend om het ongelijk van de ander aan te tonen en die als het even kan op zijn nummer te zetten. Het gaat veel te vaak niet om het zoeken naar waarheid of juistheid door naar elkaar te luisteren en met elkaar tot een nog niet gekende, creatieve oplossing te komen, maar om het uitoefenen van macht en het in stand houden van de machtspositie.

Daarmee is het democratische proces, en de voor het democratische proces zo belangrijke uitwisseling en discussie, verworden tot het verzamelen van voldoende stemmen om als de meerderheid de dienst te kunnen uitmaken. De woorden (de argumenten) worden achteraf gezocht bij en aangepast aan hetgeen al klaar en besloten is. Alsof het woord slechts verpakkingsmateriaal is.

Wanneer woorden uitsluitend in dienst staan van machtsuitoefening verliezen ze hun geheim, dat extra dat in het woord besloten ligt, en worden ze saai. Wat heeft het vervolgens voor zin om zelf met een argument aan te komen als het, zoals iedereen eigenlijk weet, niet om argumenten gaat?!

Persoonlijkheids-mixture
Het enige wat dan nog een beetje jeu kan geven aan het geheel is de manier waarop het reeds vastliggende wordt opgediend – wordt verkocht, noemt men dat ook wel. Niet de inhoud maar de performance wordt bepalend – hoe het bij Pauw & Witteman wordt gepresenteerd en in het algemeen in wat men ‘de media’ noemt. Een beetje charmante persoonlijkheids-mixture doet dan wonderen: intelligente uitstraling, onderkoelde humor, medelijdende rimpels in het voorhoofd wanneer ‘de zwakkeren in de samenleving’ ter sprake komen, opgewekte bezorgdheid, dossierkennis, gemoedelijke zelfspot – inderdaad, precies de persoonlijkheids-mixture van onze minister-president. Hij doet het dus goed.
Het. Maar wat hij goed doet weet ik eigenlijk niet.

Doorklinken
Het is in dit verband interessant om te beseffen dat het woord persoonlijkheid is afgeleid van het Latijnse personare, dat doorklinken betekent.
Ik neem dat doorklinken serieus. Een persoonlijkheid die niet meer het achterliggende wil of kan laten doorklinken heeft zijn ziel verloren. Machtsuitoefening en de continuering van machtsuitoefening is dan in de plaats gekomen van dienstbaarheid, creativiteit, liefde. Bij de grote machthebbers zowel als bij de kleine machthebbers. Klein of groot, er is bevroren status quo, wanneer het risico van vloeibaar leven wordt gemeden. Waar de bevroren status quo het overneemt, is het wachten op de ijsbreker die het leven toch steeds weer stuurt. Crisis noemt men het wanneer zo’n ijsbreker in aantocht is.

En daar ben ik weer terug bij mijn winterse stemming.

*

Morgen verder, want er is nog iets dat ik wil zeggen. Er kriebelt een PS achter op mijn tong, misschien wel een complete herziening, maar ik kan er niet bij. Een nachtje slapen wil dan weleens helpen. We zullen zien.

Geplaatst in Hans' weblog
6 comments on “Winterse overwegingen
  1. Jeanet Damink schreef:

    Hallo Hans,
    Mijn vader is overleden toen ik 30 jaar was. Met 20 jaar werd dit verlies al ingezet. Hij begon te dementeren.
    Het lijkt alsof ik door zijn leeftijd ( ik had een oudere vader)en de reacties die ik kreeg vanuit mijn omgeving altijd het besef van de dood alsvanzelfsprekend heb ervaren. Mijn lieve, warme, gevoelige , gekke vader. Zo lief hebben en zo vol liefde losgelaten zodat het me altijd blijft verwarmen,omarmen.
    En op het laatst in de lege blik van dementie voelen dat onze zielen verbonden zijn overstijgt het aardse bestaan. En daarmee heeft hij een eeuwige koppeling gemaakt tussen zijn dood en mijn aardse bestaan.

  2. Mieke van den Hout schreef:

    Ach, ook ik behoor tot de club van 100. Ik las dit ver weg in warme streken en in de nacht was daar mijn vader: ik zit bij hem op de bagagedrager van zijn fiets, en zeg: vader, laat mij maar fietsen, ga jij maar achterop. Zo fietsten we verder, zoals meestal woordeloos, stil en erg samen.
    Mieke.

  3. Janneke Blijdorp schreef:

    Lieve Hans,
    Ja, heel bijzonder en herkenbaar, hoe je als volwassen mens, je vader en moeder soms zo kunt missen. Niet als vader of moeder die voor mij zorgt, maar als mens, medemens, die net als ik weerloos is en zoekt naar Licht , Liefde en Waarachtigheid. Een medemens die ik pas ten volle als medemens kon zien, nu hij en zij er niet meer is.

    Mijn vader, boer van beroep, trok vaak zijn schouders op na een praatje van “de minister president” en ging weer over tot zijn werk. Het werk van ploegen, zaaien, oogsten en bewaren tot de winter. Elk jaar weer. Met de akkers als zijn houvast. De akker verkoopt geen praatjes of zoete broodjes, net als het weer, het voorjaar of de winter.
    Mijn moeder voelde zichzelf heel dom en minderwaardig dat ze zo weinig begreep van hetgeen die politici en al die andere intelligente mensen op de buis vertelden. Ze had een favoriet tegeltje in de kamer met de spreuk “Geloof, Hoop en Liefde – en de belangrijkste van deze is de Liefde”. Te midden van alle wanhoop die ze leefde geloofde ze dat en dat was voelbaar echt, geen holle leus, niet alleen maar een wijsheid op een tegeltje.

  4. Peter schreef:

    Een P.S. van mij: dankzij je schrijven heb ik aan mijn vader gedacht, die dit jaar ook 100 zou zijn geworden. Net als mijn vader ervaar ik de kilte van de winter als noodzakelijk voor de natuur, maar onprettig. Hij had na het pensioen dat hij nooit heeft gehaald, willen schilderen, in Zuid-Frankrijk. Ik ga met Els ’s winters wel eens naar warmer streken, mijn vader bracht dan het gezin dichter bij elkaar, om warm te worden. Dank je, Hans.

  5. Peter schreef:

    Vader, winter, het gezag… wat klinkt dat door op zo’n zonnige winterse Steenbokdag!

  6. Wouter Langeler schreef:

    Ben benieuwd.
    Dag Hans.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*